Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 april 2021 met 8 producties
- de brief van mr. Snijders van 14 mei 2021 met aanvullende producties 9 tot en met 12
- de brief van mr. Veldhuis van 12 mei 2021 met producties 1 tot en met 30
- de mondelinge behandeling die vanwege de Covid-19 maatregelen op 17 mei 2021 heeft plaatsgevonden via een verbinding via Skype
- de pleitnota van [eiseres]
- de pleitnota van WWA Holding.
2.De feiten
Alle door [eiseres] aan WWA beschikbaar gestelde UniPin machines zijn en blijven te allen tijden eigendom van [eiseres] .
Partijen bepalen de inkoopprijs van de Robot opsluitcel (hierna:Inkoopprijs)voorafgaand aan elke order. Indien Partijen overeenstemming bereiken over de Inkoopprijs plaatst [eiseres] de betreffende order bij WWA.
De volgende betalingstermijnen zullen worden gehanteerd:
[eiseres] voldoet na het plaatsen van een order bij WWA een betaling ter hoogte van 20 % van de Inkoopprijs aan WWA;
[eiseres] voldoet bij aanvang van assemblage van de Robot opsluitcel door WWA een betaling ter hoogte van 30 % van de inkoopprijs aan WWA,
Bij een geslaagde fabrieksafname (Factury Acceptance Test ofwel FAT) zoals genoemd in artikel 6 lid 6 voldoet [eiseres] een betaling ter hoogte van 40 % van de inkoopprijs aan WWA;
Bij een geslaagde inbedrijfstelling (Site Acceptance Test ofwel SAT) zoals genoemd in artikel 6 lid 6 voldoet [eiseres] een betaling ter hoogte van 10 % van de Inkoopprijs aan WWA.
3.Het geschil
4.De beoordeling
1.016,00