Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] zullen gezamenlijk worden aangeduid als [gedaagde sub 1] c.s.
1.De procedure
- het tussenvonnis van 23 oktober 2019
- de akte eiswijziging tevens overlegging aanvullende producties, ingekomen ter griffie van
2.De feiten
In de kop staat vermeld: “Aanvullend op de Maasland Woningkwaliteit vastgesteld 13-03-2007”.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Het bepaalde in artikel 1.3. van de overeenkomsten (zie r.o. 2.4.) staat hieraan niet in de weg. De daarin opgenomen beoordeling door Mooiland (per fase) of de opdrachtnemer aan alle vereisten en uitgangspunten van de opdracht voor de onderhanden fase heeft voldaan, laat onverlet dat Mooiland er vanuit mocht gaan dat [gedaagde sub 2] het ontwerp zo zou vervaardigen dat de glasbewassingsnorm gehaald zou worden, zeker nu Mooiland hier vooraf bijzondere aandacht voor had gevraagd. Voor zover [gedaagde sub 1] c.s. en [gedaagde sub 2] zich erop beroepen dat Mooiland het ontwerp heeft geaccepteerd, omdat zij toestemming heeft gegeven voor de volgende fase(n) gaat de rechtbank hier niet in mee. Een dergelijke toestemming, zoals opgenomen in artikel 1.4. van de overeenkomsten (zie r.o. 2.5.), houdt blijkens datzelfde artikel geen goedkeuring in van de voorafgaande fase.
‘het allemaal voldoet aan de eisen van glasbewassing’. Ook staat vast dat [gedaagde sub 2] vervolgens tekeningen heeft gemaakt waaruit bleek dat het niet aan die eisen voldeed, hetgeen [gedaagde sub 2] zelf niet kan verklaren. Mooiland heeft vervolgens een deskundige (Royal Haskoning) ingeschakeld om een onderzoek te doen. Dit onderzoek is in november 2017 afgerond. In januari en maart 2018 volgden de aansprakelijkstellingen van [gedaagde sub 1] c.s. en [gedaagde sub 2] . Nu niet betwist is dat een onderzoek door een deskundige noodzakelijk was, en er vanuit gegaan kan worden dat Mooiland daarin voortvarend is opgetreden ( [gedaagde sub 1] c.s. en [gedaagde sub 2] wijzen niet op het tegendeel), oordeelt de rechtbank dat Mooiland binnen bekwame tijd nadat zij het gebrek had ontdekt bij [gedaagde sub 1] c.s. en [gedaagde sub 2] heeft geprotesteerd. De conclusie luidt dan ook dat Mooiland haar klachtplicht niet heeft geschonden.
mr. Martens namens Mooiland verklaard dat alleen de eigenaren van de twee appartementen die in de dagvaarding worden genoemd, haar aansprakelijk hebben gesteld voor de schade.
- € 3.540,00(2 punten x tarief V € 1.770,00) voor salaris advocaat.
5.De beslissing
€ 82,00 aan salaris advocaat, vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf de 15e dag nadat Mooiland schriftelijk tot betaling van deze kosten is aangemaand;