ECLI:NL:RBOBR:2021:187
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete wegens overschrijding fosfaatgebruikersnorm 2015 en voorwenden van laden en afvoeren van dierlijke meststoffen
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 20 januari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een maatschap en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De minister had op basis van de Meststoffenwet (Msw) een bestuurlijke boete van € 10.721,70 opgelegd aan de maatschap wegens overschrijding van de fosfaatgebruiksnorm in 2015. De maatschap had beroep ingesteld tegen het besluit van de minister om de boete te handhaven. De rechtbank heeft de processtukken en de argumenten van beide partijen zorgvuldig bekeken.
De rechtbank oordeelde dat de minister voldoende bewijs had geleverd dat de maatschap de fosfaatgebruiksnorm had overschreden. De maatschap had niet aangetoond dat de zes vrachten meststoffen die op de Vervoersbewijzen Dierlijke Meststoffen (VDM's) stonden, daadwerkelijk waren geladen en afgevoerd. De rechtbank concludeerde dat de maatschap niet had voldaan aan haar verantwoordingsplicht en dat de minister terecht de boete had opgelegd. De rechtbank verwierp ook de stelling van de maatschap dat haar geen verwijt trof voor de overtreding, aangezien de verantwoordelijkheid voor het naleven van de gebruiksnormen bij de maatschap zelf lag.
De rechtbank verklaarde het beroep van de maatschap ongegrond en bevestigde de beslissing van de minister. De uitspraak benadrukt de strikte naleving van de Meststoffenwet en de verantwoordelijkheden van agrariërs in het kader van meststoffenbeheer.