ECLI:NL:RBOBR:2020:6975

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
10 december 2020
Publicatiedatum
9 november 2021
Zaaknummer
WR 20/038
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek na einduitspraak in bestuursrechtelijke zaak betreffende inschrijving als student

Op 10 december 2020 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Oost-Brabant een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van verzoeker, die zich had gewend tot de voorzieningenrechter. Verzoeker had op 8 september 2020 verzocht om directe inschrijving voor de masteropleiding Chemical Engineering aan de Technische Universiteit Eindhoven (TUE) voor het studiejaar 2020/2021. De voorzieningenrechter verklaarde zich echter op 12 november 2020 onbevoegd om het verzoek te behandelen, wat leidde tot de wraking door verzoeker op 1 december 2020.

De wrakingskamer oordeelde dat het wrakingsverzoek niet ontvankelijk was, omdat de wet geen mogelijkheid biedt voor wraking na een einduitspraak. De beslissing van de rechter was al genomen, en verzoeker kon niet meer in het wrakingsverzoek worden ontvangen. De wet voorziet in een mondelinge behandeling voor het debat over de gegrondheid van het verzoek, maar in dit geval was dat niet aan de orde, gezien de eerdere uitspraak.

De wrakingskamer, bestaande uit voorzitter mr. H.M.H. de Koning en leden mrs. T. van de Woestijne en J.J. Janssen, heeft de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking. Deze beslissing is genomen in aanwezigheid van griffier mr. J.T. Lenting. Tegen deze beslissing staat voorziening open, zoals vermeld in artikel 8:18, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANKOOST-BRABANT
Wrakingskamer
Zaaknummer: WR 20/038
Beslissing van 10 december 2020
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek ex artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van
[verzoeker], in [woonplaats] ,
hierna te noemen: verzoeker,
strekkende tot de wraking van
mr. M.H. Dworakowski-Kelders,
rechter in deze rechtbank
hierna te noemen: de rechter.

1.Procesverloop

Verzoeker heeft de voorzieningenrechter bij brief van 8 september 2020 verzocht te bepalen dat hij voor het studiejaar 2020/2021 direct wordt ingeschreven als student voor de masteropleiding Chemical Engineering van de Technische Universiteit Eindhoven (TUE) en dat de TUE die inschrijving zonder belemmeringen moet uitvoeren.
Bij uitspraak van 12 november 2020 (met zaaknummer: SHE 20/2521) heeft de rechter ( in haar hoedanigheid van voorzieningenrechter) zich onbevoegd verklaard om van het verzoek kennis te nemen.
Verzoeker heeft de rechter bij brief van 1 december 2020 gewraakt.

2.De beoordeling

Het wrakingsverzoek is gedaan nadat de rechter heeft beslist op het verzoek. De wet voorziet echter niet in de mogelijkheid van wraking nadat einduitspraak is gedaan. Om die reden kan verzoeker niet in het wrakingsverzoek worden ontvangen. Voor een behandeling van het verzoek ter terechtzitting bestaat geen reden. Het in de wet opgenomen recht op een mondelinge behandeling (artikel 8:18, eerste lid, van de Awb) is door de wetgever bedoeld voor het debat over de gegrondheid van het verzoek, maar aan dat debat wordt gezien het vorenstaande niet toegekomen.

3.Beslissing

De wrakingskamer verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking.
Deze beslissing is gegeven op 10 december 2020 door mr. H.M.H. de Koning, voorzitter, mrs. T. van de Woestijne en J.J. Janssen, leden, in aanwezigheid van mr. J.T. Lenting, griffier.
griffier voorzitter
Tegen deze beslissing staat
geenvoorziening open (Artikel 8:18, vijfde lid, van de Awb).