Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
2.De beoordeling
€ 961,00 per maand bedroegen. Dit betekent dat de huwelijksgerelateerde behoefte van de vrouw met behulp van de hofnorm vastgesteld kan worden op € 2.112,60 per maand in 2018 [(€ 4.482,00 -/- € 961,00) x 60%]. Geïndexeerd naar 2020 bedraagt deze behoefte € 2.208,72 netto per maand.
€ 1.717,00).
- de zomerbanden met velgen van de Toyota Prius
- de reserve damesfiets
- de helft van de inhoud van de gereedschapskoffer met handgereedschap
- de handpalmschuurmachine
- de accuboormachine
- de palm
- de helft van de tuinstoelen
- het Ikea servies
- de helft van de inboedel uit de Caravan voor het geval de rechtbank van oordeel is dat de vrouw voor de helft draagplichtig is voor aflossing van de keuzeplus hypotheek ter hoogte van € 20.000,00
- [rekeningnummer]
- [rekeningnummer]
- [rekeningnummer]
- [rekeningnummer]
- [rekeningnummer]
- [rekeningnummer]
€ 33.041,36. De rechtbank zal overeenkomstig bepalen.
verklaring in geval van echtscheiding” van 27 juni 2016 verklaart dat, zo begrijpt de rechtbank, “
bij een echtscheiding” schenkingen door en het erfdeel van zijn vader “
wegvallen” tegen schenkingen die de vrouw jarenlang van haar moeder heeft ontvangen, zodat hij per saldo uit hoofde van dit vergoedingsrecht niets van de gemeenschap te vorderen heeft. Hetzelfde geldt voor het vergoedingsrecht van de vrouw op grond van genoemde door haar ontvangen schenkingen.
in geval van” en “
bij een echtscheiding” duiden nu eenmaal niet op een - in juni 2016 - verondersteld op korte termijn aanstaande zijn van een echtscheiding, maar op een mogelijke toekomstige gebeurtenis. Het betreft hier, zo constateert de rechtbank, een overeenkomst met het oog op (de ontbinding van de gemeenschap in geval van) een echtscheiding, ofwel een voorwaardelijk echtscheidingsconvenant. Nu de echtscheiding is verzocht, is de voorwaarde vervuld en treedt de overeenkomst in werking.
vallen” bij die verdeling tegen elkaar “
weg”.