ECLI:NL:RBOBR:2020:6533

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
30 december 2020
Publicatiedatum
28 december 2020
Zaaknummer
20/1795
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken machtiging

Op 30 december 2020 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de Belastingdienst-Toeslagen. Eiseres had beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van de Belastingdienst van 25 mei 2020. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Het is van belang dat iemand die namens een ander beroep instelt, een machtiging moet overleggen. Dit is vastgelegd in artikel 8:24, tweede lid, van de Awb. Indien dit niet gebeurt, kan de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaren op grond van artikel 6:6 van de Awb.

In deze zaak heeft de indiener geen machtiging overgelegd binnen de gestelde termijn. De rechtbank heeft de indiener bij brief van 6 juli 2020 verzocht om dit verzuim binnen vier weken te herstellen. Ondanks dit verzoek heeft de indiener geen kopie van de machtiging toegestuurd. De griffier heeft de indiener vervolgens bij brief van 13 augustus 2020 in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op het niet tijdig herstellen van het verzuim. De rechtbank ontving de machtiging pas op 20 augustus 2020, wat buiten de termijn van vier weken viel.

Aangezien de indiener binnen de gestelde termijn geen machtiging heeft ingediend en geen reden heeft gegeven voor dit verzuim, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.D. Streefkerk, rechter, in aanwezigheid van A. Ibrahimovic, griffier, en is openbaar uitgesproken op 30 december 2020. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Bestuursrecht
zaaknummer: SHE 20/1795

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 december 2020 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
(gemachtigde: [naam] )
en
Belastingdienst-Toeslagen, verweerder

Procesverloop

Eiseres heeft tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 25 mei 2020 (het bestreden besluit) beroep ingesteld.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Iemand die namens een ander beroep instelt, moet op verzoek van de rechtbank een machtiging indienen om aan te tonen dat hij namens die ander beroep mag instellen. Dit staat in artikel 8:24, tweede lid, van de Awb. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.
3. De indiener heeft binnen de gestelde termijn geen machtiging overlegd. De rechtbank heeft de indiener bij brief van 6 juli 2020 verzocht om binnen vier weken dit verzuim te herstellen. Hierbij is vermeld dat, indien de indiener niet aan dit verzoek voldoet, het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard. De indiener heeft binnen deze termijn geen kopie van de machtiging toegestuurd. De griffier heeft de indiener bij brief van 13 augustus 2020 in de gelegenheid gesteld binnen een week na dagtekening van de brief de rechtbank schriftelijk mede te delen wat de reden is van het niet tijdig herstellen van het verzuim. De rechtbank heeft het kopie van het bestreden besluit en de machtiging pas ontvangen op
20 augustus 2020. Dit is echter buiten de termijn van vier weken.
4. De indiener heeft binnen vier weken geen machtiging ingediend.
5. De indiener heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim.
6. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.D. Streefkerk, rechter, in aanwezigheid van
A. Ibrahimovic, griffier. De uitspraak is in het openbaar geschied op 30 december 2020.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden ingesteld bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.