Op 21 december 2020 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan een woningoverval, waarbij geweld is gebruikt. De overval vond plaats op 4 april 2020 in Oss, waar het slachtoffer, na een Tinder-afspraak met een minderjarige medeverdachte, werd overvallen door de verdachte en twee andere medeverdachten. De rechtbank achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte samen met anderen de woning van het slachtoffer is binnengegaan, waarbij zij een nep-vuurwapen gebruikten om het slachtoffer te bedreigen en te slaan. Het slachtoffer werd gedwongen tot de afgifte van waardevolle goederen, waaronder een Rolex-horloge en een iPhone.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaren, met aftrek van voorarrest. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit, de impact op het slachtoffer en de rol van de verdachte in het delict. De verdediging had gepleit voor een ISD-maatregel, maar de rechtbank oordeelde dat de ernst van de overval en het gebruik van geweld een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigden. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat de onderbouwing ontbrak. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters.