Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 22 december 2020 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
De medewerker krijgt het voordeel van de twijfel bij verschil van inzicht over de beoordeling met terugwerkende kracht’. Eiseres wijst erop dat haar beoordelaar ondanks de inhoud van haar zienswijze en bijkomende omstandigheden stelt dat zij voldoende presteert, maar dat zij bij haar mening blijft dat zij goed presteert. Zij is van mening dat zij daarom het voordeel van de twijfel moet krijgen. Daarbij verwijst zij naar de brief van de OR van 22 augustus 2019, waarin deze kenbaar heeft gemaakt zich niet te kunnen vinden in het standpunt van het college over de uitleg van punt F van de Notitie. Eiseres is van mening dat als gevolg van de verkeerde interpretatie van punt F haar beoordeling het resultaat ‘voldoende’ heeft gekregen in plaats van ‘goed’. Daarom is haar ten onrechte een uitloopperiodiek onthouden. Zij heeft uitgebreid informatie verzameld over haar functioneren over 2018 en verder teruggaan in de tijd is niet aan de orde. De informatie kan alleen maar worden geïnterpreteerd als ‘goed’ functioneren. Het feit dat eiseres met haar beoordelaar een verschil van mening heeft over dit resultaat, zou in haar voordeel moeten worden uitgelegd.