Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 december 2020 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
-Sijmons.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 21 december 2020 uitspraak gedaan in een geschil over de waarde van een onroerende zaak, een twee-onder-een-kapwoning, vastgesteld door de heffingsambtenaar van de gemeente Meierijstad. De eiser, eigenaar van de woning, had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar, die de waarde van de woning per waardepeildatum 1 januari 2018 had vastgesteld op € 272.000. Eiser betwistte deze waarde en stelde dat de woning slechts € 236.000 waard was, onder andere vanwege de ligging nabij een sporthal en de gedateerde keuken.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de objectkenmerken van de woning niet langer in geschil zijn en dat verweerder de waarde van de woning heeft onderbouwd met verkoopcijfers van vergelijkbare objecten. De rechtbank oordeelde dat de door verweerder gebruikte vergelijkingsobjecten goed vergelijkbaar waren met de woning en dat verweerder voldoende aannemelijk had gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog was. De rechtbank verwierp de argumenten van eiser over de ligging van de woning en de keuken, en concludeerde dat er geen waardedrukkende invloeden waren die de waarde van de woning zouden verlagen.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn in kennis gesteld van de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.