ECLI:NL:RBOBR:2020:6020
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure over geluidsoverlast door papegaaien en kaketoes
Op 2 december 2020 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak over geluidsoverlast veroorzaakt door papegaaien en kaketoes. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.H. Smit, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Mill en Sint Hubert, dat haar verzoek om handhaving wegens geluidsoverlast had afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseres geluidsoverlast ondervond van de vogels die op de percelen van de derde partijen werden gehouden, maar oordeelde dat de afstand van 300 meter tussen de percelen en de woning van eiseres te groot was om te concluderen dat er sprake was van 'gevolgen van enige betekenis'. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres, waaronder de verwijzing naar eerdere geluidsmetingen en uitspraken van andere rechtbanken, niet overtuigend geacht. De rechtbank concludeerde dat verweerder op goede gronden het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk had verklaard, omdat er geen sprake was van een belanghebbende in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.