ECLI:NL:RBOBR:2020:5315
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit UWV over arbeidsongeschiktheid en WIA-uitkering
Op 2 november 2020 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een zaak tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van het UWV, waarin was vastgesteld dat zij per 21 januari 2019 geen recht had op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Het UWV had eerder, op 3 januari 2019, vastgesteld dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt was, en had op 23 september 2019 het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Tijdens de zitting op 1 oktober 2020 zijn zowel eiseres als het UWV niet verschenen. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak vastgesteld, waarbij eiseres eerder als internationaal vrachtwagenchauffeur had gewerkt en zich op 23 januari 2017 ziek had gemeld vanwege diverse klachten. De rechtbank heeft overwogen dat het UWV zijn besluit mocht baseren op een rapport van een verzekeringsarts, en dat eiseres onvoldoende bewijs had geleverd om aan te tonen dat het UWV onzorgvuldig had gehandeld of dat haar beperkingen waren onderschat.
De rechtbank concludeert dat het UWV voldoende zorgvuldig onderzoek heeft verricht en dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de juistheid van de medische beoordeling door de verzekeringsartsen. Eiseres heeft geen nieuwe medische verklaringen overgelegd die haar stellingen onderbouwen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.