Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding van VGZ;
- de akte aanvulling substantiëringsplicht van VGZ;
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie en tevens houdende de incidentele vordering tot onbevoegdverklaring van [gedaagde] ;
- de incidentele conclusie van antwoord van VGZ;
- de akte uitlaten producties, tevens bevattende een reactie op conclusie van antwoord in het incident van [gedaagde] .
2.De beoordeling in het incident
Mengvoeders(cursief rechtbank) B.V. Dit is een niet bestaande vennootschap, waarmee [gedaagde] ook niet bekend is. De onduidelijkheid dient voor rekening en risico van VGZ te komen. De voorwaarden uit 2006 kunnen dus niet van toepassing zijn en evenmin de voorwaarden uit 2018.
NJ2000, 207). Ten tweede heeft VGZ haar algemene voorwaarden ook (downloadbaar) op haar website gezet.
Op al onze aanbiedingen en/of offertes, op alle opdrachten aan ons en op alle met ons gesloten overeenkomsten zijn de algemene voorwaarden van Voergroep Zuid B.V. van toepassing zoals gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Eindhoven en te raadplegen via de website: www.voergroepzuid.nl”. Duidelijk is dat VGZ beoogt om algemene voorwaarden op alle met haar gesloten overeenkomsten van toepassing te verklaren. Bij gebrek aan voldoende betwisting is tot slot vast komen te staan dat [gedaagde] nooit geprotesteerd heeft tegen de toepasselijkverklaring van de algemene voorwaarden. Dit betekent dat de algemene voorwaarden waar VGZ op haar facturen naar verwijst van toepassing zijn op de overeenkomst.
3.Beoordeling van de vordering tot verwijzing ex art. 220 RV
Reactie op de akte van VGZ” heeft [gedaagde] toegelicht dat de zaak om redenen van procesefficiency en doelmatigheid verwezen dient te worden naar de rechtbank Limburg. Samengevat stelt hij dat er bij de rechtbank Limburg een (oudere) zaak aanhangig is tussen hem als gedaagde en [A] als eiseres. De rechtbank begrijpt dat [gedaagde] bij de rechtbank Limburg een voorlopig deskundigenbericht aanhangig heeft gemaakt, waarbij zowel [A] als VGZ als verweerster zijn berokken. De rechtbank begrijpt dat [gedaagde] de deskundige wilt laten onderzoeken of [A] en/of VGZ tekort zijn geschoten jegens [gedaagde] . Concreet zit [gedaagde] naar zijn stelling met varkens die niet aan de daaraan te stellen eisen voldoen en daarom minder geld opleveren dan normaal gesproken het geval zou zijn geweest. [gedaagde] denkt dat dit te wijten is aan gebrekkige kwaliteit van de door [A] aan hem geleverde biggen of aan een gebrek in het door VGZ geleverde voer of een combinatie daarvan. [gedaagde] kiest als grondslag een analoge toepassing van artikel 107 Rv.