Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding met 34 producties, zoals op 28 mei 2020 ingekomen met de mededeling dat BDO Holding heeft toegezegd vrijwillig te zullen verschijnen;
- de op 15 juni 2020 gestuurde producties 35 tot en met 45 van [naam bestuurder NOVAJA] ;
- de op 15 juni 2020 door mr Van Berkel gestuurde producties 1 tot en met 29 Van BDO Holding;
- de mondelinge behandeling via Skype op 16 juni 2020;
- de pleitaantekeningen van [naam bestuurder NOVAJA] ;
- de pleitnota van BDO Holding, met aangehecht een aanvulling op productie 7;
- de aanhouding ten behoeve van het beproeven van een minnelijke regeling;
- het faxbericht van mr. Van Waegeningh van 23 juni 2020 dat partijen geen regeling hebben bereikt met het verzoek vonnis te wijzen. Dit bericht heeft de voorzieningenrechter, ondanks dat mr. Van Waegeningh een faxbevestiging had ontvangen, niet bereikt. Eerst na telefonische navraag door de griffier op 2 juli 2020 naar de stand van zaken is de voorzieningenrechter bekend geworden dat partijen vonnis vragen.
2.De relevante feiten
Zijn er claims en/of tuchtzaken waarbij jij betrokken bent/bent geweest?” met “
Neen”.
Het compliance statement is een instrument om te inventariseren welke mogelijke bedreigingen van de onafhankelijkheid van de accountant en de accountantsorganisatie bestaan. In het compliance statement worden tevens bevestigingen gevraagd van de naleving van de verschillende (andere) aspecten van het stelsel van kwaliteitsbeheersing. Het compliance statement vormt daarmee een belangrijk middel om zowel onafhankelijkheid als de integere en beheerste bedrijfsvoering van BDO te kunnen bewaken.”
dat [naam bestuurder NOVAJA] Achmea opzettelijk structureel heeft misleid” met betrekking tot zijn arbeidsongeschiktheid en ten onrechte over een langere periode uitkering heeft ontvangen en hierdoor heeft gehandeld in strijd met de polisvoorwaarden, zodat Achmea op grond van de polisvoorwaarden de uitkering stop mocht zetten en de uitgekeerde bedragen van € 277.919,95 terug kan vorderen. De rechtbank heeft een bedrag van € 292.391,69 toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 november 2017. [naam bestuurder NOVAJA] is veroordeeld tot het betalen van dit bedrag aan Achmea.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Ten aanzien van vordering 1
bent u ooit betrokken geweest bij een strafbaar feit?)heeft [naam bestuurder NOVAJA]
jaingevuld en in de toelichting de BTW-kwestie uiteengezet.
Verwacht u binnen een jaar financiële problemen die kunnen leiden tot een juridische, invorderings- of incassoprocedure?) heeft [naam bestuurder NOVAJA]
neeingevuld.
zijn er overige feiten en omstandigheden op financieel gebied, die voor het betrouwbaarheidsonderzoek van belang kunnen zijn?)heeft [naam bestuurder NOVAJA]
neeingevuld.
zijn er andere feiten en/of omstandigheden die voor dit betrouwbaarheidsonderzoek van belang kunnen zijn?)heeft [naam bestuurder NOVAJA]
neeingevuld.
Zijn er claims en/of tuchtzaken waarbij jij betrokken bent/bent geweest?” In zijn mail van 19 december 2017 [3] antwoordt [naam bestuurder NOVAJA] deze vraag met “
Neen”.
hebt u in de afgelopen vijf jaar financiële problemen gehad die hebben geleid tot juridische procedures?”
bent u op dit moment in Nederland of elders verwikkeld in één of meer juridische procedures naar aanleiding van financiële problemen of verwacht u hierin betrokken te raken?”
zijn er andere feiten of omstandigheden die redelijkerwijs van belang geacht kunnen worden voor de toetsing van uw integriteit, deskundigheid en vakbekwaamheid?”
Is aan u de afgelopen vijf jaar melding gedaan van opname in een incidentenregister?”
vertrek wegens dringende reden’ op neutrale wijze geïnformeerd over het vertrek van [naam bestuurder NOVAJA] . BDO Holding heeft geen vertrouwelijke informatie over [naam bestuurder NOVAJA] of over zijn opdrachtvervulling gedeeld met derden noch melding gemaakt van de inhoud van de dringende reden die de belangen van [naam bestuurder NOVAJA] zouden kunnen schaden. Dat de omschrijving ‘
vertrek wegens dringende reden’ [naam bestuurder NOVAJA] zou schaden of diskwalificerend is heeft [naam bestuurder NOVAJA] overigens niet aannemelijk gemaakt. Voor zover de term ‘
dringende redenen’ al een schadelijke of negatieve klank heeft moet er bovendien op worden gewezen dat de door [naam bestuurder NOVAJA] aangehaalde bepaling uit de overeenkomst daaraan niet in de weg staat. De aangehaalde bepaling ziet louter op het openbaar maken (dat wil zeggen bekendmaken buiten de onderneming van BDO Holding) van informatie die BDO Holding heeft verkregen in het kader van de uitvoering van de overeenkomst en waarvan BDO Holding het vertrouwelijke karakter kent of behoort te kennen en waarvan BDO Holding weet of kan weten dat kennisneming daarvan door een derde het belang van [naam bestuurder NOVAJA] kan schaden.
980,00