Uitspraak
_
1.De procedure
- de procesinleiding van 21 december 2018 met producties
- het verweerschrift met een tegenvordering met producties
- het verweerschrift op de tegenvordering met een productie
- het aanvullend productieoverzicht van [gedaagde] met producties
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling op 6 september 2019.
2.De feiten
De oorzaak is ziekte of een ongeval
Er is sprake van een medisch objectiveerbare stoornis.
- Wij kijken daarbij ook of u andere taken kunt doen binnen uw beroep of bedrijf.
- Wij gebruiken de rapporten van deskundigen die wij aanwijzen.
U geeft ons alle informatie om de mate van arbeidsongeschiktheid vast te stellen.
U laat het ons direct weten als u helemaal of gedeeltelijk hersteld bent.
Als u ons misleidt.
Als u onze vragen niet helemaal of niet naar waarheid beantwoordt.
Als u de opzet had ons te misleiden.
Of als wij u anders niet verzekerd zouden hebben.
- De verzekering en uitkering stoppen.
- U uitgekeerde bedragen terug laten betalen.
- U de onderzoekskosten laten betalen.”
4.Werkzaamheden verzekerde
Mate van arbeidsongeschiktheid en beschouwing
3.Het geschil op de vordering
- teveel ontvangen uitkeringen: EUR 277.919,95
- verschuldigde premies: EUR 14.471,74
- voor recht verklaart dat Achmea gehouden is dekking te verlenen voor de huidige arbeidsongeschiktheid van [gedaagde] ten gevolge van de hersentumor en dat haar daarbij geen geslaagd beroep toekomt op opzettelijke misleiding of onjuiste informatieverstrekking ten aanzien van het dienstverband bij [bedrijf 1] op grond van de polisvoorwaarden of art. 7:941 BW;
- Achmea gebiedt de personalia/gegevens van [gedaagde] uit het Incidentenregister en het Extern Verwijzingsregister (Zwarte Lijst) (en eventuele andere systemen en/of registers waarin hij staat vermeld) te (doen laten) verwijderen binnen twee werkdagen na het wijzen van het vonnis, met veroordeling van Achmea tot betaling van een dwangsom van EUR 2.500 voor iedere dag of per gedeelte daarvan dat Achmea dit gebod niet nakomt, tot een maximum van EUR 100.000, althans tot betaling van de door de rechtbank te bepalen dwangsom.
4.De beoordeling van de vordering
“niet (goed) meer in staat [was] brieven, rapporten en teksten te lezen en de inhoud daarvan tot zich te nemen”, zodat zijn echtgenote, geholpen door zijn vader, tot eind 2015 alle post voor hem opende en behandelde. [gedaagde] merkt verder op dat het dienstverband bij [bedrijf 1] met Raak is besproken, maar dat het nooit het hoofdonderwerp van gesprek is geweest, omdat de gesprekken gingen over de mogelijkheid om terug te keren in zijn oude, verzekerde werkzaamheden die bestonden uit business development en accountancy.
niet met opzetheeft verzwegen, maar dat hij dacht dat hij het niet hoefde te melden omdat het bij [bedrijf 1] om ‘niet verzekerde werkzaamheden’ zou gaan, is uit de lucht gegrepen. In zijn brief van 12 juli 2017 schrijft [gedaagde] immers dat een arbeidsongeschiktheid van 85% onjuist is omdat hij 40 uur per week werkt. Hij was zich er dus terdege van bewust dat zijn dienstverband van belang was bij het bepalen van zijn arbeidsongeschiktheid.
“Hij had bij ons vorige gesprek nog verschillende opties in zijn gedachten, een daarvan was het gaan werken bij een grote accountancyfirma. Deze mogelijkheid heeft verzekerde voorlopig in de koelkast gezet.”Door op dat moment te verzwijgen dat hij juist bij de ‘grote accountancyfirma’ [bedrijf 1] in dienst is getreden heeft [gedaagde] Raak en dus Achmea misleid. Hiervoor in 4.4. is reeds overwogen dat [gedaagde] wist of moest begrijpen dat zijn dienstverband bij [bedrijf 1] van belang was voor het bepalen van zijn arbeidsongeschiktheid. In de brieven van de claimbehandelaar is vermeld dat de arbeidsongeschiktheid wordt bepaald op basis van de rapporten. [gedaagde] kan zich er dan ook niet met succes op beroepen dat hij niet wist op welke wijze Achmea arbeidsongeschiktheid vaststelt of dat hij zich niet realiseerde dat de mededelingen aan de arbeidskundige Raak daarbij van groot belang waren.
- [gedaagde] heeft tegenover Raak stelselmatig een sterk vertekend beeld van zijn arbeidsmogelijkheden gegeven.
- [gedaagde] heeft tegenover Raak stelselmatig, gedurende een periode van twee jaren, verzwegen dat hij een fulltime dienstverband had bij [bedrijf 1] in een functie waarin hij in aanmerking kwam om partner te worden. In die periode heeft hij zich nooit ziek gemeld.
- [gedaagde] wist dat dit dienstverband van belang was bij het vaststellen van het percentage arbeidsongeschiktheid.
- Het bedrag dat ten onrechte is uitgekeerd is aanzienlijk.
- [gedaagde] is opgeleid als accountant en behoort door zijn beroep - waarin integriteit hoog in het vaandel staat - te weten dat op misleiding sancties staan.
EUR 4.804,00(2 pt x tarief EUR 2.402,00) totaal EUR 8.849,91