Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 juni 2020 in de zaak tussen
Procesverloop
€ 64.447,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 oktober 2018.
Overwegingen
- Eiseres [bedrijf] exploiteerde tot 1 mei 2020 een tankstation met shop, garagebedrijf en carwash aan de [adres] te [woonplaats] . Zij huurt het pand van een derde. De voorraad van het bedrijf was in eigendom van eiseres [bedrijf] Alle aandelen van eiseres [bedrijf] worden gehouden door eiseres [bedrijf]
- Tot 28 juni 2018 werd het bedrijf geëxploiteerd door eiser [naam] . Op die datum heeft eiser [naam] zijn eenmanszaak geruisloos ingebracht in [bedrijf] en zijn alle activa en passiva van de eenmanszaak ingebracht in de besloten vennootschap.
- De Julianastraat is de route voor doorgaand verkeer door de bebouwde kom van Boekel. Op korte afstand van het bedrijf van eisers ligt nog een ander onbemand tankstation.
- De gemeenteraad van Boekel heeft het bestemmingsplan “Randweg Boekel” vastgesteld dat op 24 augustus 2017 in werking is getreden en inmiddels ook onherroepelijk is geworden. Dit bestemmingsplan maakt de aanleg van een randweg mogelijk ten westen van de bebouwde kom van Boekel. Deze randweg zal het doorgaande verkeer buiten de bebouwde kom van Boekel leiden. De randweg was op het moment van de zitting nog niet aangelegd.
- Eisers achten hun bedrijf niet meer levensvatbaar en zij hebben de huur per 1 mei 2020 opgezegd, om verdere schade te beperken. Ook hebben zij het personeel ontslag aangezegd.
- Op 4 september 2018 heeft eiser [naam] bij verweerder een verzoek tot tegemoetkoming van planschade als gevolg van het bestemmingsplan “Randweg Boekel” ingediend. Op 25 oktober 2018 heeft eiseres [bedrijf] zich aangesloten bij dit verzoek. Op 29 maart 2019 heeft eiseres [bedrijf] zich aangesloten bij het verzoek. Naar aanleiding van het inleidende verzoek heeft Adviesbureau Van Montfoort (Van Montfoort) advies uitgebracht op verzoek van verweerder. In eerste instantie heeft Van Montfoort geadviseerd het planschadeverzoek af te wijzen omdat niet aanvrager eiser [naam] het bedrijf exploiteert en dus ook geen schade lijdt. Verweerder heeft in het besluit van 28 november 2018 conform dit advies beslist.
- Bij besluit van 9 april 2019 heeft verweerder het besluit van 28 november 2018 ingetrokken omdat hij was voorbijgegaan aan de eerste aanvulling van het planschadeverzoek.
- Eisers hebben voorafgaand aan het primaire besluit in reactie op het eerste advies van Montfoort en in reactie op latere adviezen contra-expertises van mr. T.A.P. van Langhout (Langhout) en Raethuis ingediend. In de bezwaarfase en in de beroepsfase hebben zowel Van Montfoort als Langhout over en weer gereageerd. Verweerder heeft een nader advies van Montfoort mede ten grondslag gelegd aan het bestreden besluit.
- Partijen (en hun deskundigen) gaan uit van dezelfde planologische vergelijking. Overigens verschillen zij van mening over de invloed op de omzet van eisers vanwege het nabijgelegen onbemande tankstation.
- Partijen gaan ook uit van dezelfde financiële gegevens van de bedrijven over de jaren 2015, 2016 en 2017 en dezelfde bruto marge van het gemiddelde van deze drie jaren.
- Eisers gaan uiteindelijk ook uit van een afname van de verkeersintensiteit in de Julianastraat met 50% als gevolg van (het gebruik van) de rondweg. Deze afname is een direct gevolg van de planologische wijziging en levert dus een planologisch nadeel op. Partijen verschillen wel van mening over de impact van de afname op de bruto marge.
- Verweerder is in het bestreden besluit in navolging van eisers uitgegaan van berekening van de schade over een periode van 9 jaar. Hij gaat hierbij ook uit van een aftrek vanwege voortgezet gebruik over een periode van vier jaar. In het beroepschrift gaan eisers ook uit van de schadeperiode maar stellen zij zelf dat de aftrek vanwege voortgezet gebruik over een periode van drie jaar zou moeten plaatsvinden en stelt Langhout dat een schadeperiode van vijf jaar resteert na aftrek vanwege voortgezet gebruik. De rechtbank gaat er van uit dat (met het verstrijken van de tijd) ook Langhout uitgaat van een aftrek vanwege voortgezet gebruik vanwege een periode van vier jaar. Partijen hebben dan uiteindelijk hetzelfde uitgangspunt.
- Eisers klagen nog over een korting van 5% die zou worden toegepast. In het nadere advies dat ten grondslag heeft gelegen aan het bestreden besluit, stelt Van Montfoort (na een uitgebreide verdediging van die aftrek) dat een korting van 5% niet aan de orde is. De rechtbank stelt vast dat partijen ook hier hetzelfde uitgangspunt hanteren, namelijk dat een korting van 5% niet aan de orde is.
- Partijen zijn samen van mening dat ten tijde van de investering in de carwash de planologische ontwikkeling van de rondweg voorzienbaar was en laten de carwash daarom buiten beschouwing.
- Tot slot hanteren partijen ook dezelfde aftrek vanwege normaal maatschappelijk risico van € 5.000,-.
Beslissing
- verklaart het beroep van eiser [naam] ongegrond;
- verklaart de beroepen van eiseres [bedrijf] en eiseres [bedrijf] gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseres [bedrijf] en eiseres [bedrijf] met inachtneming van deze uitspraak binnen 8 (acht) weken na de dag van verzending van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 354,- aan eisers te vergoeden;
mr. A.F. Hooghuis, griffier. De uitspraak is in het openbaar geschied op 9 juni 2020.