Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Beschikking van de kantonrechter
[betrokkene] ,
De procedure
- het verzoek (met bijlagen), ontvangen op 6 maart 2020;
- overige informatie.
Rechtbank Oost-Brabant
Op 3 april 2020 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Oost-Brabant een beschikking gegeven in een zaak betreffende het verzoek tot instelling van een mentorschap voor een betrokkene. Het verzoek is ingediend door de verzoekster, die de belangen van de betrokkene wil behartigen. De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoek, dat op 6 maart 2020 is ontvangen, en heeft de bijlagen en overige informatie in overweging genomen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de betrokkene, als gevolg van haar geestelijke of lichamelijke toestand, tijdelijk of duurzaam niet in staat is om haar belangen van niet-vermogensrechtelijke aard zelf behoorlijk waar te nemen. Gezien de omstandigheden rondom de COVID-19-uitbraak heeft de kantonrechter besloten om het verzoek te honoreren zonder dat de betrokkene op het verzoek is gehoord. Dit is een afwijking van het uitgangspunt van de wet, die stelt dat de betrokkene gehoord dient te worden. De kantonrechter heeft echter besloten dat het in deze situatie noodzakelijk is om snel te handelen.
In de beschikking is bepaald dat er een mentorschap wordt ingesteld ten behoeve van de betrokkene en dat de voorgestelde mentor wordt benoemd. De kantonrechter heeft aangegeven dat zowel de betrokkene als de verzoekster op een later moment zullen worden gehoord om de voortgang van de maatregel te bespreken. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. Y.S. Klerk, kantonrechter, en is gedateerd op 3 april 2020.