Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Beschikking van de kantonrechter
[betrokkene] ,
De procedure
- het verzoek (met bijlagen), ontvangen op 9 maart 2020;
- de bereidverklaring van de voorgestelde bewindvoerder;
- overige informatie.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze beschikking van de Rechtbank Oost-Brabant, uitgesproken op 20 april 2020, heeft de kantonrechter Y.S. Klerk op verzoek van betrokkene, die te maken heeft met problematische schulden en verkwisting, besloten om een bewind in te stellen over alle goederen die aan betrokkene toebehoren of zullen toebehoren. De procedure begon met een verzoek dat op 9 maart 2020 werd ingediend, vergezeld van de bereidverklaring van de voorgestelde bewindvoerder en andere relevante informatie. De kantonrechter heeft vastgesteld dat betrokkene tijdelijk of duurzaam niet in staat is om zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen.
Vanwege de COVID-19-uitbraak is de maatregel zonder dat betrokkene op het verzoek is gehoord, uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen twee weken schriftelijk aan de rechtbank te laten weten alsnog gehoord te willen worden. De kantonrechter heeft ook vastgesteld dat betrokkene in staat is om toestemming te geven zoals bedoeld in artikel 1:441 van het Burgerlijk Wetboek en om de rekening en verantwoording op te nemen.
De kantonrechter heeft de beloning voor de aanvangswerkzaamheden vastgesteld, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting. De beslissing omvat de benoeming van de bewindvoerder en de vaststelling van de jaarbeloning. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door de kantonrechter en de griffier.