ECLI:NL:RBOBR:2020:2577
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering omgevingsvergunning milieu voor geiten- en rundveehouderij vanwege noodzakelijke milieueffectrapportage
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 11 mei 2020 uitspraak gedaan in een geschil over de weigering van een omgevingsvergunning voor een geiten- en rundveehouderij. De eisers, exploitanten van de veehouderij, hadden een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning om hun bestaande bedrijf te wijzigen. De gemeente Landerd, als verweerder, weigerde de vergunning op basis van gezondheidsrisico's voor omwonenden en het ontbreken van een milieueffectrapport. De rechtbank oordeelde dat de aanvraag zodanig was gewijzigd dat deze als een nieuwe aanvraag moest worden beschouwd, en dat de eisers niet in hun belangen waren geschaad. De rechtbank stelde vast dat er geen wijzigingen in regelgeving of beleid waren die nadelig waren voor de eisers tussen de terinzagelegging van het ontwerpbesluit en het bestreden besluit. De rechtbank volgde de redenering van de verweerder dat er een wettelijke grondslag was voor de weigering van de vergunning, en dat het niet noodzakelijk was om te onderzoeken of er een causaal verband bestond tussen geitenhouderijen en longontsteking. De rechtbank concludeerde dat de verweerder voldoende onderbouwd had dat er aanwijzingen waren voor verhoogde gezondheidsrisico's, en dat de omgevingsvergunning op grond van het voorzorgsbeginsel kon worden geweigerd. De rechtbank verklaarde het beroep van de eisers ongegrond.