Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 27 maart 2020 in de zaken tussen
[eiseres] B.V. te [vestigingsplaats] , eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
- Aan de [adres] en [adres] ligt een varkenshouderij. Deze inrichting is in het verleden opgericht en daarna meermalen uitgebreid. Verweerder heeft op 21 juli 1998 een revisievergunning als bedoeld in de Wet milieubeheer (Wm) verleend voor de inrichting. Deze vergunning is onherroepelijk en in werking getreden.
- Op 22 april 2003 is er opnieuw een revisievergunning verleend. Wegens het ontbreken van een bouwvergunning voor een gedeelte van de bouwwerken is deze vergunning niet in werking getreden. Stal 8 en stal 20 zijn namelijk niet gerealiseerd.
- Verweerder heeft op 4 oktober 2010 wederom een revisievergunning op grond van de Wm verleend voor deze inrichting. Ook deze vergunning is onherroepelijk maar niet in werking getreden. Niet voor alle bouwwerken is een omgevingsvergunning voor de activiteit “bouwen” verleend.
- De drie revisievergunningen zijn gelijkgesteld met een omgevingsvergunning voor de activiteit milieu. De inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) heeft er niet toe geleid dat de revisievergunningen van 2003 en 2010 in werking zijn getreden, omdat voor sommige gebouwen of bouwwerken nog steeds geen omgevingsvergunning voor de activiteit ‘bouwen’ is verleend.
- Eiseres is sinds september 2013 eigenaar van het varkensbedrijf. Eiseres heeft het plan om uiteindelijk alle stallen te gaan slopen en twee nieuwe varkensstallen te gaan realiseren.
- Bij brief van 18 oktober 2013 heeft de adviseur van eiseres bij verweerder een Stappenplan [adres] te [plaats] (Stappenplan) ingediend waarbij is aangegeven dat eiseres de bedrijfsvoering zo spoedig mogelijk wil laten voldoen aan de wettelijk gestelde milieuregels. Over het Stappenplan hebben partijen daarna meermalen contact gehad. Eiseres heeft nog geen aanvraag omgevingsvergunning ingediend, of een definitief milieueffectrapport opgesteld.
- Op 1 oktober 2014 heeft de adviseur van eiseres verweerder verzocht om de omgevingsvergunning van 4 oktober 2010 voor stal 1 (inclusief de hierin vergunde 900 vleesvarkens), de uitbreiding van stal 3 (inclusief de vergunde 600 vleesvarkens) en het bouwwerk voor zuuropslag aan de noordzijde van stal 16 in te trekken.
- Per mail van 22 april 2016 heeft de adviseur van eiseres aan verweerder aangegeven akkoord te gaan met het ambtshalve intrekken, op grond van artikel 2.33, tweede lid, onder a, van de Wabo, van de vergunning van 4 oktober 2010 voor stal 1, de uitbreiding van stal 3 en de stallen 23 t/m 28.
- De stallen 23 tot en met 28 zijn inmiddels gesloopt. Ook de stallen 16, 17 en 18 zijn al gesloopt.
- Bij besluit van 7 juni 2018 heeft verweerder de omgevingsvergunning voor de activiteit “milieu” van 4 oktober 2010 voor de inrichting van eiseres op het perceel [adres] en [adres] gedeeltelijk ingetrokken. De intrekking ziet op de stallen 1, 19, 23 en 25 t/m 28, de uitbreiding van de stallen 3 en 18, inclusief de in die stallen vergunde dieren, gebouw 24 en de opslag van diesel, smeerolie en afgewerkte olie in gebouw 19. Eiseres heeft tegen het bestreden besluit 1 beroep ingesteld. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer SHE 18/1724 De rechtbank heeft in deze zaak heden een tussenuitspraak gedaan.
- De revisievergunning van 2010 voorziet in de bouw van een luchtwasser van minder dan 5 meter hoogte tussen stal 1 en 3. Deze luchtwasser is niet voor mensen toegankelijk.
- De revisievergunning van 2010 voorziet in de bouw van een luchtwasser van meer dan 5 meter hoogte achter stal 14. Deze luchtwasser is niet gebouwd. Voor de bouw van deze luchtwasser is een omgevingsvergunning voor bouwen vereist. Deze luchtwasser is niet vergunningsvrij op basis van artikel 3, bijlage II, van het Besluit omgevingsrecht.
- De stallen 2, 3, 14, 16, 19, 23, en 25, 26, 27, 28 hebben stalsystemen die voldoen aan de eisen in het Besluit emissiearme huisvesting milieubeheer (Besluit huisvesting) en voldoen daarmee aan de beste beschikbare technieken (BBT).
- Stallen 4, 5 tot en met 13 en 15 zijn opgericht voor 1 januari 2007 en voldoen niet aan de maximale emissie-eisen in het Besluit huisvesting.
- Het staat vast dat er, na inwilliging van het verzoek van eiseres tot gedeeltelijke intrekking van de revisievergunning van 2010, nog steeds onderdelen zijn die niet zijn gebouwd en waarvoor eerst een omgevingsvergunning voor de activiteit ‘bouwen’ moet zijn verleend. Het staat ook vast dat de revisievergunning uit 1998 niet is vervallen, ook niet vanwege de revisievergunning van 2010, omdat de vergunningen na 1998 geen van alle in werking zijn getreden.