In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 11 maart 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] B.V. en het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant over een ambtshalve wijziging van de voorschriften van de omgevingsvergunning-milieu. De rechtbank oordeelt dat de verweerder bevoegd is om het besluit te nemen, ook al betreft het vooral de bescherming van werknemers op het industrieterrein. De rechtbank stelt vast dat de eiseres moet voldoen aan een inspanningsverplichting met betrekking tot de benzeenimmissie, maar dat verweerder niet voldoende heeft onderbouwd waarom alleen eiseres deze verplichting opgelegd krijgt. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit omdat het niet duidelijk is waarom andere bedrijven geen vergelijkbare verplichtingen hebben gekregen. De rechtbank concludeert dat de eiseres zich moet houden aan de relevante wetgeving, maar dat de specifieke verplichtingen in dit geval niet gerechtvaardigd zijn. De rechtbank draagt verweerder op het griffierecht van € 330,- aan eiseres te vergoeden.