Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[eiseres] KG,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 14 februari 2018,
- het proces-verbaal van comparitie van 31 oktober 2018 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
3.Het geschil en de beoordeling daarvan
duidelijkmoet blijken uit de bepalingen van de overeenkomst of de omstandigheden van het geval.
“De keuze van partijen moet uitdrukkelijk zijn gedaan of voldoende duidelijk blijken uit de bepalingen van de overeenkomst of de omstandigheden van het geval. Deze precisering in de tweede zin van het eerste lid van artikel 3 van het Verdrag, heeft een belangrijke consequentie.
“Toestemming voor een rechtshandeling als bedoeld in lid 1 onder c, is niet vereist, indien zij wordt verricht door een bestuurder van een naamloze vennootschap of van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die daarvan alleen of met zijn medebestuurders de meerderheid der aandelen houdt en mits zij geschiedt ten behoeve van de normale uitoefening van het bedrijf van die vennootschap.”
6.198,00(2,0 punten × tarief € 3.099,00)