Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte]
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs.
fruits of the poisonous tree– als gevolg hiervan aan bewijsmateriaal is verkregen, waaronder begrepen de door (de mede-)verdachte afgelegde verklaringen. Als reden hiervoor is onder meer aangevoerd dat de microfiches op illegale wijze bij de bank zijn ontvreemd. In dit verband heeft de verdediging verwezen naar de uitspraken van een aantal gerechtelijke instanties in België, waarin werd geoordeeld dat het bewijsmateriaal van de [bank] (verder: [bank afkorting] ) onrechtmatig was verkregen en derhalve van het bewijs diende te worden uitgesloten.
nemo tenetur-beginsel. Gelet op de omstandigheden waaronder deze verklaringen tot stand zijn gekomen, kan niet worden gesteld dat de medeverdachte deze verklaringen in vrijheid heeft afgelegd.
nemo tenetur-beginsel, overweegt de rechtbank als volgt. De rechtbank is van oordeel dat niet is gebleken van feiten en omstandigheden die – als zodanig of in onderling verband en samenhang bezien – tot het oordeel kunnen leiden dat in strijd met het pressieverbod is gehandeld. Van de door de medeverdachte afgelegde verklaringen kan daarom niet worden gezegd dat deze niet in vrijheid zijn afgelegd. Het verweer van de verdediging wordt ook op dit punt verworpen.
in 2012] contact gezocht met de bank en om een afschrift gevraagd. Ik heb het bankafschrift volgens mij opgehaald, althans een kopie van deze.
De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 24 september 2019:
in januari 2002] heb ik samen met mijn vrouw afgesproken om te ontkennen dat we een buitenlandse rekening hadden.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van de feiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
80 urensubsidiair 40 dagen hechtenis
met aftrekovereenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht;
2 maanden voorwaardelijkmet een
proeftijd van 2 jaren;