Op 30 juli 2019 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen Stichting Breda380kV en de burgemeester van de gemeente Breda, alsook het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda. De zaak betreft de verlening van een evenementenvergunning en een omgevingsvergunning voor het 'Duikbootfestival' dat op 25 augustus 2018 zou plaatsvinden. Eiseres, Stichting Breda380kV, heeft bezwaar gemaakt tegen de besluiten van 10 augustus 2018, waarbij vergunningen zijn verleend voor het evenement. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft de zaak ter verdere behandeling verwezen naar de Rechtbank Oost-Brabant.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres geen belanghebbende is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat zij derhalve niet gerechtigd was om bezwaar in te stellen tegen de besluiten. De rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard, de bestreden besluiten vernietigd en de bezwaren van eiseres niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is verweerder veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 1.024,00, en het betaalde griffierecht van € 690,00. De uitspraak is gedaan door mr. J.D. Streefkerk, rechter, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.