In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, gedateerd 14 maart 2019, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. De rechtbank heeft het bestreden besluit van het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant vernietigd, maar de rechtsgevolgen van dit besluit in stand gelaten. De zaak betreft een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het wijzigen van een inrichting, waarbij eiseres een aantal wijzigingen tegelijkertijd heeft aangevraagd. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van een milieuneutrale wijziging, zoals bedoeld in artikel 3.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Eiseres had er op mogen vertrouwen dat het college geen revisievergunning zou verlangen, maar de rechtbank concludeert dat de aanvraag in zijn geheel niet als milieuneutraal kan worden beschouwd. De rechtbank heeft verweerder opgedragen het door eiseres betaalde griffierecht te vergoeden en heeft de proceskosten vastgesteld op € 1.280,00. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.