Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De verdere procedure
- het tussenvonnis van 21 maart 2018,
- de akte uitlating na tussenvonnis van [eiseres] van 2 mei 2018, met productie 36 en de daarbij behorende bijlagen 1 tot en met 11,
- de antwoordakte na tussenvonnis van [gedaagde] van 13 juni 2018, met productie 18,
- het B8-formulier van [eiseres] met diverse beslagstukken,
- de akte uitlating producties van [eiseres] van 25 juli 2018, welke bij rolbeslissing van 8 augustus 2018 door de rechtbank is toegelaten.
2.De verdere beoordeling
- [gedaagde] onzorgvuldig jegens [eiseres] heeft gehandeld door:
- geen deugdelijk vestigingsplaatsonderzoek te doen,
- [eiseres] niet te waarschuwen voor de voorzienbare, zware concurrentie vanuit het winkelcentrum [winkelcentrum] en
- [eiseres] niet te adviseren om zelf nog een gedetailleerder onderzoek te (laten) uitvoeren;
- [gedaagde] met de financiële cijfers (omzetprognose) die zij beschikbaar stelde aan [eiseres] , ten onrechte de indruk heeft gewekt dat de omzet op haar locatie vergelijkbaar zou zijn met de omzet van de drie [gedaagde] -vestigingen waarop de prognose was gebaseerd, terwijl de concurrentie bij die vestigingen veel minder was.
1.629,00(3,0 punten × € 543,00)