3.1.De gemeente vordert – samengevat – om bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. te verklaren voor recht dat de aan MWR toebehorende rechten van erfpacht aangaande de percelen die zijn gelegen op recreatieoord De Wildhorst en die zijn vermeld op de lijst die is overgelegd als productie 2 bij dagvaarding per 1 januari 2018 zijn beëindigd;
2. MWR te veroordelen tot betaling van de canon over 2015 ad € 138.549,99, over 2016 ad € 139.688,25 en over 2017 ad € 140.601,25, alsmede MWR te veroordelen tot vergoeding van de schade gelijk te stellen aan de per 1 januari 2018 verschuldigde canon ad
€ 140,601,25, een en ander te vermeerderen met rente;
3. te verklaren voor recht dat de gemeente het bedrag terzake de door MWR verschuldigde canon over de jaren 2008 tot en met 2017 aan hoofdsom en wettelijke rente tot 1 september 2017 ad € 1.196.173,70, nog te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 september 2017, alsmede de schadevergoeding per 1 januari 2018 zoals onder 2 gevorderd, mag verrekenen met hetgeen de gemeente aan MWR verschuldigd is terzake de vergoeding van de waarde van het resterende recht van erfpacht zoals door een door de rechtbank benoemde deskundige vast te stellen;
4. voorwaardelijk, voor het geval hetgeen MWR aan canon en schadevergoeding verschuldigd is het door de gemeente aan MWR verschuldigde bedrag terzake de restwaarde als bedoeld onder 3 overstijgt, MWR te veroordelen het meerdere binnen één week na betekening van het vonnis aan de gemeente te voldoen;
5. MWR te veroordelen om binnen één week na betekening van het vonnis de percelen die zijn vermeld op de lijst met de rechten van erfpacht van MWR die is overgelegd als productie 2 bij dagvaarding, te ontruimen en geheel ter vrije beschikking van de gemeente te stellen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,00 per dag dat MWR hiermee in gebreke blijft;
6. te verklaren voor recht dat de kadastrale inschrijvingen van het recht van erfpacht met betrekking tot de percelen die zijn vermeld op de lijst met de rechten van erfpacht van MWR die is overgelegd als productie 2 bij dagvaarding, alle ten name van MWR, waardeloos zijn vanwege de beëindiging van het recht van erfpacht met ingang van 1 januari 2018 door opzegging en te bepalen dat dit vonnis dezelfde kracht heeft als een in een wettige vorm opgemaakte verklaring van waardeloosheid als bedoeld in artikel 3:28 BW, met machtiging van de gemeente om dit vonnis als zodanig – zo nodig met tussenkomst van een notaris – ter inschrijving in de openbare registers aan de Dienst van het Kadaster aan te bieden;
7. MWR te veroordelen in de proceskosten, waaronder de nakosten.