Ter zitting is van de zijde van [eiser] bevestigd dat de hyacintara’s 9 en 10 jaar oud waren. De rechtbank zal daar dan ook van uit gaan.
Beide partijen hebben (partij-)deskundigenrapportages overgelegd om hun standpunten ten aanzien van de waarde van de papegaaien te onderbouwen.
Vaststaat dat de hyacintara’s nog nooit levende jongen hebben voortgebracht, zodat gelet op de datum waarop de schade is toegebracht, 17 maart 2017, er van dient te worden uitgegaan dat sprake is van een broedrijp koppel, maar nog geen bewezen koppel (een koppel dat aantoonbaar jongen heeft grootgebracht).
Volgens de deskundige van [gedaagde] is een dergelijk koppel € 30.000,00 waard. De rechtbank gaat er hierbij van uit dat het dan gaat om een koppel dat nog geen eieren heeft gelegd. Uitgaande van de tabel van [C] zou de waarde € 35.000,00 (categorie C) zijn.
De rechtbank stelt vast dat de twee waardebepalingen niet veel van elkaar afwijken.
In geschil is of het koppel hyacintara’s van [eiser] inderdaad, zoals [eiser] stelt, al twee bevruchte eieren heeft voortgebracht. In dat geval is aannemelijk dat de waarde wat hoger uitvalt. Nu een verwantschapsonderzoek (in die zin dat onderzocht zou zijn of de bevruchte, maar niet uitgekomen eieren ook daadwerkelijk van het betreffende hyacintara koppel afkomstig was) in 2016 achterwege is gebleven, kan dat, zo neemt de rechtbank aan, ook niet meer worden vastgesteld. De rechtbank rekent dit [eiser] niet aan, aangezien er van een hobbymatige papegaaienhouder niet kan worden verwacht dat hij of zij, met het oog op eventuele schadeclaims in de toekomst, allerlei overigens onnodige onderzoeken laat instellen. Nu de papegaaien dood zijn, kan ook niet meer op grond van de resultaten van het jaar 2017 worden vastgesteld welke waarde per 17 maart 2016 aan de papegaaien kan worden toegekend. Dit kan [gedaagde] worden toegerekend, in het geval dat zijn aansprakelijkheid komt vast te staan.
Nu de werkelijke schade, ten gevolge van het overlijden van de twee hyacintara’s niet kan worden vastgesteld, zal de rechtbank de schade voor wat betreft de waarde van de twee hyacintara’s ex aequo et bono begroten. De rechtbank begroot deze schade op € 40.000,00.