Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- de inleidende dagvaarding in kort geding met (5) producties die op 22 november 2018 in persoon aan de vrouw is betekend;
- de brief van de advocaat van de man van 30 november 2018 met aanvullende producties (6-9);
- de mondelinge behandeling, die op 3 december 2018 heeft plaatsgevonden, en waarbij de advocaat van de man enerzijds en de vrouw anderzijds zijn verschenen en de respectieve standpunten hebben toegelicht;
- de brief van de advocaat van de man van 24 december 2018 met een aanvullende productie (10);
- de voortzetting van de mondelinge behandeling, die op 28 december 2018 heeft plaatsgevonden en waarbij de man en zijn advocaat enerzijds en de vrouw anderzijds zijn verschenen en de respectieve standpunten nader hebben toegelicht.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
980,00
5.De beslissing
vandaagte verlaten, zonder al wie en wat zich van de zijde van de man daarin bevindt aan inboedel en persoonlijke spullen, de woning niet meer te betreden en door afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van de man te stellen;