Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[naam] , in [woonplaats] , eiser
Procesverloop
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
Overwegingen
daadwerkelijkeen grote, onbepaalde publieksgroep dient en niet of de Mickersgang deze publieksgroep
mogelijk kandienen. Het college moet het bewijs hiervan leveren, nu het stelt dat eiser een overtreding heeft begaan, en is daarin niet geslaagd. Uit een (van gemeentewege uitgegeven) plattegrond uit 1998 en het artikel “De paden van Pandelaar en Kruiseind” dat in 2007 is verschenen in het (door de Heemkundekring uitgegeven) tijdschrift Gemerts Heem blijkt dit niet. De acht verklaringen van buurtbewoners waarnaar wordt verwezen in het bestreden besluit bevatten slechts de conclusie dat sprake is van een (openbare) weg, maar nergens in die verklaringen staan de feitelijke waarnemingen die een dergelijke conclusie kunnen dragen. Tot slot wordt uit de door de heren [naam] en [naam] afgelegde verklaringen tijdens de hoorzitting in bezwaar van 10 januari 2018 evenmin duidelijk dat de Mickersgang een weg is. Daar staat tegenover dat eiser een verklaring heeft overgelegd van zijn buurvrouw, mevrouw [naam] , die sinds haar geboorte op [geboortedag] 1939 op het adres [adres] te [woonplaats] woont. Zij verklaart vanuit haar woning zicht te hebben op de Mickersgang en dat daar nooit mensen over lopen of gelopen hebben, buiten het incidenteel recreatief wandelen met een maximum van tien personen per jaar. De rechtbank vindt bevestiging voor deze verklaring in de feitelijke situatie, dat de Mickersgang vanaf Kruiseind moet worden benaderd over het erf van eiser wat een wandelaar de indruk geeft dat sprake is van een erf en niet van een weg. Hieruit volgt dat de Mickersgang geen weg is in de zin van artikel 1, tweede lid, van de Wegenwet.