Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 23 november 2018 in de zaken tussen
[naam] en [naam] , te [woonplaats] , eisers 1
[naam] en [naam] , te [woonplaats] , eisers 2
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxmeer, verweerder
[naam] BV,
te [vestigingsplaats] , vergunninghoudster
Procesverloop
Overwegingen
- De geuremissies vanwege de mestverwerkingsactiviteiten omvatten maar een beperkt deel (7%) van de totale geuremissie van het bedrijf.
- De luchtwasser in stal 6 is in de worst case situatie feitelijk en modelmatig één bron die geur emitteert van een aantal stallen en van de mestverwerkingsloods. Dit rechtvaardigt niet de keuze voor model Geomilieu met te ingrijpende correcties van de gebouwinvloed (door het verlagen van gebouwen) ten opzichte van V-Stacks vergunning.
Beslissing
- verklaart het beroep van eisers 2, voor zover ingediend door [naam] , [naam] , [naam] en [naam] , niet-ontvankelijk;
- verklaart de beroepen van de overige eisers 2 en van eisers 1 tegen het bestreden besluit gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- verklaart het beroep van eisers 1 tegen het herstelbesluit ongegrond;
- verklaart het beroep van eisers 2 tegen het herstelbesluit, voor zover ontvankelijk, ongegrond;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 168,- aan eisers 1 en aan eisers 2 te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers 1 tot een bedrag van € 4.061,- en in de proceskosten van eisers 2 tot een bedrag van € 2.004,-.