ECLI:NL:RBOBR:2018:4923
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Integrale vrijspraak in zaak van diefstal met geweld en poging tot inbraak met DNA-bewijs
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 28 september 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van diefstal met geweld en poging tot inbraak. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van beide tenlastegelegde feiten. De zaak kwam aan het licht na aangiften van meerdere slachtoffers die op 7 februari 2017 in Heeswijk-Dinther slachtoffer werden van een gewapende overval. De daders, die Pools spraken, zouden de bewoners hebben vastgebonden met tape en hen hebben bedreigd. DNA-bewijs, verkregen van de tape die bij de overval was gebruikt, wees naar de verdachte, maar de rechtbank oordeelde dat dit bewijs niet voldoende was om wettig en overtuigend aan te tonen dat de verdachte de dader was. De rechtbank wees op de mogelijkheid dat het DNA ook van andere personen kon zijn en dat er geen harde herkenningen waren tijdens de fotoconfrontatie.
Daarnaast was er een tweede feit, een poging tot inbraak op 12 december 2012 in Oss, waarbij ook DNA van de verdachte werd aangetroffen op een muts die door de daders zou zijn achtergelaten. Ook hier oordeelde de rechtbank dat het DNA-bewijs niet voldoende was om de verdachte te veroordelen, vooral omdat het ging om een mengprofiel op een gebruiksvoorwerp dat door meerdere personen kan zijn gedragen. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor beide feiten, en sprak hem vrij.