In deze beschikking van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant, uitgesproken op 24 januari 2018, is een verzoek behandeld van de Stichting Regionale Commissie voor het Zuiden (RCZ) en de Stichting Steunfonds voor het Protestantisme in het Zuiden (SPZ) tot aanwijzing van een persoon op basis van artikel 2:15 lid 3 sub b van het Burgerlijk Wetboek (BW). De verzoeksters, beide gevestigd in Eindhoven, hebben de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) als verweerster betrokken in deze procedure. De zaak is ontstaan uit een geschil over de statuten en de fusie van de betrokken stichtingen na de fusie van de Nederlandse Hervormde Kerk met andere kerkgenootschappen in 2014.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verzoeksters belang hebben bij de aanwijzing van een persoon, aangezien zij betrokken zijn bij de uitvoering van het beleid van de kleine synode van de PKN. De voorzieningenrechter heeft de PKN aangewezen als degene tegen wie de verzoeksters de vordering tot vernietiging van een eerdere uitspraak van het Generale College voor de behandeling van bezwaren en geschillen binnen de PKN kunnen instellen. Dit besluit is genomen met inachtneming van de relevante wetgeving en de procedurele aspecten van de zaak.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om de kosten van de procedure voor rekening van de verzoeksters te brengen afgewezen, aangezien dit reeds voortvloeit uit de wet. De beschikking is openbaar uitgesproken en de voorzieningenrechter heeft geen grond gezien voor een proceskostenveroordeling in deze verzoekschriftprocedure.