Op 1 juni 2018 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een handhavingszaak met betrekking tot recreatiewoningen op het park ‘De Rooye Asch’ in Gemert-Bakel. De rechtbank heeft in deze zaak de belangen van eisers, die een recreatiewoning zonder vergunning hebben gebouwd, afgewogen tegen de handhavingsverplichtingen van de gemeente. Eisers beriepen zich op het vertrouwensbeginsel, omdat de gemeente in een brief uit 2010 had aangegeven dat hun recreatiewoning legaal was. De rechtbank oordeelde dat de gemeente onvoldoende rekening had gehouden met deze brief in haar besluit om handhavend op te treden. De rechtbank stelde dat de eisers schade hadden geleden door het niet aanvragen van een omgevingsvergunning, die hen in 2010 niet was aangeraden. De rechtbank oordeelde dat de recreatiewoning gelegaliseerd kon worden, mits een omgevingsvergunning werd aangevraagd en dat deze aanvraag getoetst moest worden aan het Bouwbesluit 2012. De rechtbank benadrukte dat de gemeente wel moest meewerken aan een afwijking van de bouwvoorschriften indien nodig. De rechtbank verklaarde het beroep van eisers ongegrond, maar erkende dat handhaving in het belang van de eisers zou zijn, omdat dit zou leiden tot een recreatiewoning die ook geschikt is om te wonen. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor gemeenten om zorgvuldig om te gaan met handhaving en het vertrouwensbeginsel.