In deze zaak vordert de eiseres, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, schadevergoeding van de gedaagde, eveneens een besloten vennootschap, op basis van dwaling bij het aangaan van een franchiseovereenkomst. De eiseres stelt dat de gedaagde een onjuiste omzetprognose heeft verstrekt, die gebaseerd was op een ondeugdelijk vestigingsplaatsonderzoek. De eiseres heeft de franchiseovereenkomst gesloten op 8 juli 2013, maar de winkel draaide al snel met verlies, wat leidde tot de beëindiging van de huurovereenkomst in oktober 2016. De rechtbank oordeelt dat de gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld door onvoldoende rekening te houden met de concurrentie in de nabijgelegen winkelcentra en door een onzorgvuldige prognose te geven. De rechtbank concludeert dat de eiseres zich terecht op dwaling beroept, omdat zij de franchiseovereenkomst niet zou hebben gesloten als zij had geweten van de zware concurrentie. De schadevergoeding wordt vastgesteld op 50% van de geleden schade, waarbij de rechtbank de eiseres in de gelegenheid stelt om een nieuwe schadeberekening te maken. De zaak wordt aangehouden voor verdere behandeling.