In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 30 maart 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Vervor B.V. en PVS Hoveniers B.V. Vervor, een producent van veranda's, vorderde rectificatie van misleidende vergelijkende reclame door PVS, die ook veranda's aanbiedt. Vervor stelde dat PVS in een folder onjuiste prijzen van haar producten had vermeld, waardoor de indruk werd gewekt dat Vervor goedkoper was dan PVS. PVS had in de folder prijzen vermeld die gebaseerd waren op een verouderde prijslijst uit 2016, terwijl de actuele prijs van de producten van Vervor lager was. De voorzieningenrechter oordeelde dat PVS onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat de prijzen in de folder correct waren en dat de vergelijkingen niet voldeden aan de eisen van objectiviteit zoals gesteld in artikel 6:194a BW. De rechter wees de vordering van Vervor tot rectificatie toe, maar wees het verzoek om een algemeen gebod af. Tevens werd een dwangsom opgelegd voor het geval PVS niet aan de rectificatieplicht voldeed. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg.