Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.[gedaagd in conventie sub 1] ,
[gedaagde in conventie/eiser reconventie sub 2],
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie sub 3],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 8 november 2017
- het proces-verbaal van comparitie van 5 maart 2018.
2.De feiten
“ik [gedaagd in conventie sub 1] heb van [eiser conventie/verweerder reconventie] € 125.000,- geleend voor verbouwing. 16-6-2010.”Op de verklaring staat een stempel van [naam onderneming] , de onderneming van [gedaagd in conventie sub 1] . De verklaring is ondertekend door [gedaagd in conventie sub 1] .
- Totaalbedrag/koopsom € 170.000,00
- Huur per jaar 12x780,- € 9.360,00
- Huur per maand € 780,00
- Aflossing per maand € 700,00
- Totaal per maand € 1.480,00
- Contractduur 5 jaar, 60 maanden € 42.000,00 afgelost na 5 jaar
- Restbedrag/Koopsom na 5 jaar € 128.000,00
€ 100.000,00. In de koopovereenkomst staat opgenomen dat de voor de overdracht vereiste akte van levering zal worden verleden op 30 december 2014 of zoveel eerder als later als partijen nader overeen zullen komen. Verder staat daarin dat de feitelijke levering van het verkochte vrij van huur zal geschieden. In de koopovereenkomst is niet opgenomen dat het bedrijfspand wordt gehuurd door [gedaagden in conventie/eisers in reconventie sub 2 en 3] . Er is ook geen melding gemaakt van het bestaan van de huurkoopovereenkomst met [gedaagden in conventie/eisers in reconventie sub 2 en 3] .
Hoi [eiser conventie/verweerder reconventie] , (…) Alles is verder goed en de verkoop kan doorgaan maar het contract zal alleen veranderd moeten worden want ik heb van [gedaagden in conventie/eisers in reconventie sub 2 en 3] gehoord dat het niet vlekkenloos verloopt. In het koop contract moet alles staan wat wij samen mondeling ook afgesproken hebben. Dus dat je 1 cel zelf in gebruik neemt (die wordt door [gedaagden in conventie/eisers in reconventie sub 2 en 3] aangewezen) dat maakt voor jouw niks uit want ze zijn allemaal hetzelfde. Je moet aan [gedaagden in conventie/eisers in reconventie sub 2 en 3] de rest verhuren (min 5 jaar of minder als ze eerder kunnen kopen) tegen een normale prijs die jullie overeen komen. Je moet aan [gedaagden in conventie/eisers in reconventie sub 2 en 3] het pand weer verkopen voor een normale prijs die niet boven de 174.000 mag komen. binnen 5 jaar. Na 5 jaar ben je vrij te doen wat je wilt. Je mag [gedaagden in conventie/eisers in reconventie sub 2 en 3] niet belemmeren in hun activiteiten. We hebben dit alles al mondeling afgesproken dus dat zal geen probleem zijn.”
“(…) Je schrijft dat de verkoop kan doorgaan. Ik neem dus aan dat jij het hebt geregeld met het te kort van de ING bank en het openstaand bedrag van de alimentatie. Als dat zo is kan ik het met de notaris gaan regelen (…)”
“Nee ik heb helemaal niks geregeld want ik heb geen geld. Ik kan alleen het bedrag vragen wat ze willen hebben (zal wel 22 of 23000 zijn) En als jij dat wil betalen en het contract wordt veranderd dan kan het doorgaan en anders gaat het over want er zijn geen opties meer. (…)”
“(…) Als ik het nu dus goed begrijp moet ikzelf nog die 23000 euro bijleggen met alle voorwaarden die in de vorige mail hebt opgesomd. Dus dat wil zeggen dat het nu ophoudt en we verder niets meer kunnen doen. Nu moet ik wachten totdat je failliet gaat. De enige manier om dit nog op te lossen is dat ik het bedrag betaalzonderalle voorwaarden die je heb opgesomd. Ik houd me aan de afspraken (5 jaar verhuur aan [gedaagden in conventie/eisers in reconventie sub 2 en 3] en daarna kopen, vastgelegd in huurcontract). Dat betekend dan een verkoopprijs van 174000 + 23000. (…)”
“bij deze wil ik het voorlopig koopcontract met de heer [eiser conventie/verweerder reconventie] beeindigen want we komen er niet uit want hij wil onze mondelinge afspraken niet nakomen samen met het bedrag van de beslaglegging dus bij deze kunt u het contract beeindigen. Graag een bevestiging van u dat het contract beeindigd is.”
“Zoals eerder met u besproken kunt u de koop ontbinden omdat verkoper in gebreke is gebleven om de eigendom aan u over te dragen. Bij deze ontbinding kunt u een boete vorderen. U heeft aangegeven dat u de koop niet wilt ontbinden maar dat u de eigendom van de voormalige champignonkwekerij wenst te verkrijgen. Als u nakoming van de verplichting tot eigendomsoverdracht wilt vorderen omdat de verkoper in gebreke blijft, dan dient u juridische stappen te zetten om bijv. via de rechter af te dwingen dat de verkoper alsnog ervoor zorgt dat aan u de eigendom wordt geleverd. (…)”
3.Het geschil
in conventie
€ 125.000,00, zulks door hen te veroordelen bij wijze van betaling in natura over te gaan tot levering aan [eiser conventie/verweerder reconventie] van het bedrijfspand,
4.De beoordeling
in de zaak tegen [gedaagden in conventie/eisers in reconventie sub 2 en 3]
“ In het koopcontract moet alles staan wat wij samen mondeling ook afgesproken hebben (…)”)en ook daaruit valt dus niet af te leiden dat [gedaagden in conventie/eisers in reconventie sub 2 en 3] daarbij partij zijn geweest. Verder hebben [gedaagden in conventie/eisers in reconventie sub 2 en 3] gemotiveerd betwist dat zij een dergelijke overeenkomst met [eiser conventie/verweerder reconventie] hebben gesloten. Zij hebben daartoe aangevoerd dat zij uitsluitend tegenover [gedaagd in conventie sub 1] verklaard hebben dat zij bereid zijn met een overname door [eiser conventie/verweerder reconventie] van de positie van [gedaagd in conventie sub 1] , indien hun positie gelijk zou blijven. Bij die verklaring is het gebleven en daaraan is geen verdere uitvoering gegeven. Zij hebben erop gewezen dat aanvaarding van het voorstel van [eiser conventie/verweerder reconventie] ook helemaal niet voor de hand zou hebben gelegen, omdat dit een aanmerkelijke verslechtering van hun positie teweeg zou brengen. Zij zouden dan immers een hogere prijs voor het bedrijfspand hebben moeten betalen, te weten € 174.000,00 met een bijbetaling van € 23.000,00 (al dan niet in de vorm van huurverhoging) in plaats van € 170.000,00 verminderd met de gedane aflossingen, en de overeenkomst zou bovendien een langere looptijd hebben (tot begin 2020 in plaats van uiterlijk 15 februari 2018). Tegenover deze betwisting heeft [eiser conventie/verweerder reconventie] geen nadere feiten of omstandigheden gesteld waaruit zou kunnen worden afgeleid dat [gedaagden in conventie/eisers in reconventie sub 2 en 3] wel de drie-partijen-overeenkomst zijn aangegaan. Dit zou echter wel op zijn weg hebben gelegen. Daarmee heeft hij zijn stelling onvoldoende gemotiveerd en gaat de rechtbank aan zijn stelling voorbij.
4.263,00(3,0 punten × tarief € 1.421,00)
1.421,00(1,0 punt × tarief € 1.421,00)