Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijsmotivering.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf.
Beslag.De officier van justitie heeft gevorderd dat het bij verdachte aangetroffen valse geld, nummer 4 op de beslaglijst, wordt onttrokken aan het verkeer en dat dat de goederen op de beslaglijst onder de nummers 28 tot en met 32 verbeurd worden verklaard.
Toepasselijke wetsartikelen.
De rechtbank:
Ten aanzien van feit 1:Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder A vande Opiumwet gegeven verbod.Ten aanzien van feit 2:A.
Witwassen.Ten aanzien van feit 4:
Overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 2 aanhef en onder a van de Wet voorkoming misbruik chemicaliën, opzettelijk begaan (artikel 3, lid 2, van de Verordening (EG) nr. 273/2004).
Ten aanzien van feit 1, feit 2, feit 3 en feit 4:Gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van hetWetboek van Strafrecht.
Onttrekking aan het verkeervan het inbeslaggenomen goed, te weten het voorwerp op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen: - nummer 4 (420 euro vals geld).