ECLI:NL:RBOBR:2017:768

• Datum uitspraak: 10 februari 2017
• Publicatiedatum: 14 februari 2017
• Zaaknummer: SHE 16/3119 Rectificatie
• Instantie: Rechtbank Oost-Brabant
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
• Procedures: Eerste aanleg - enkelvoudig
• Rechters: J. Lie
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Rectificatie van een eerdere uitspraak inzake bestuursrechtelijke procedure

Op 10 februari 2017 heeft de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer SHE 16/3119. Deze uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak die op 25 januari 2017 was gedaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een fout was gemaakt in de datum die op pagina 1 van de eerdere uitspraak was vermeld. In plaats van de correcte datum, 25 januari 2017, was abusievelijk de datum 25 januari 2016 genoteerd. Dit was een kennelijke misslag die aanleiding gaf tot rectificatie.

Daarnaast is er ook een fout geconstateerd in de rechtsmiddelenclausule van de eerdere uitspraak. In plaats van te vermelden dat hoger beroep kon worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, diende dit te zijn bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank heeft deze misslagen gecorrigeerd in de rectificatie-uitspraak.

De uitspraak is gedaan door rechter mr. J. Lie, in aanwezigheid van griffier P.L.M.M. Mulders, en is openbaar uitgesproken op 10 februari 2017. De rectificatie is van belang voor de partijen in de procedure, aangezien het de rechtsmiddelenclausule en de datum van de eerdere uitspraak corrigeert, wat invloed kan hebben op de mogelijkheden voor hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch

Bestuursrecht

zaaknummer: SHE 16/3119 Rectificatie

uitspraak van 10 februari 2017 tot rectificatie van de uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 januari 2017 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: A. Menhart),

en

de minister van Infrastructuur en Milieu, verweerder

(gemachtigden: M.T. Vedder en L.T.A. Slabbers).

Overwegingen

1. De rechtbank heeft op 25 januari 2017 uitspraak gedaan op het beroep van eiser met zaaknummer SHE 16/3119 (hierna: de uitspraak).

2. De rechtbank heeft daarna vastgesteld dat de datum op pagina 1 van de uitspraak onjuist is vermeld. Ten onrechte is vermeld 25 januari 2016, dit moet echter zijn 25 januari 2017.

Verder heeft de rechtbank vastgesteld dat de rechtsmiddelenclausule bij vergissing onjuist is vermeld. Ten onrechte is vermeld dat tegen deze uitspraak binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep kan worden ingesteld bij het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch, dit moet echter zijn: bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Er is sprake van kennelijke misslagen die zich lenen voor rectificatie.

3. Het voorgaande geeft de rechtbank aanleiding de uitspraak te wijzigen als in het dictum omschreven.

Beslissing

De rechtbank wijzigt de uitspraak als volgt.

Op pagina 1 van de uitspraak wordt de datum 25 januari 2016 vervangen door de datum 25 januari 2017.

De rechtsmiddelenclausule “Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep kan worden ingesteld bij het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch” wordt vervangen door:

“Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. ”.

Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Lie, rechter, in aanwezigheid van

P.L.M.M. Mulders, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op

10 februari 2017.

griffier rechter

Afschrift verzonden aan partijen op: