Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.[verpachter 1] ,
2. [verpachter 2] ,
1.De procedure
"eis in reconventie") is ingesteld, met producties;
"comparitie van partijen") op 27 oktober 2016, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
2.De feiten
3.Het geschil
"eis in reconventie") ingesteld. Deze strekt ertoe dat:
4.De beoordeling
Kamerstukken II 2005-2006, 30 448, nr. 3, p. 20) wordt in dit verband verwezen naar de soortgelijke bepaling voor huur (artikel 7:210 BW). Door de bouwvallige staat van hoeve en voormalige kalverstal blijft van de gebouwen slechts een ondergeschikt pachtgenot over. Daarbij komt dat de hoeve en bijgebouwen één geheel vormen in die zin, dat het niet zinvol zou zijn de overeenkomst (wat de gebouwen betreft) voor uitsluitend de veldschuur/jongveestal te laten voortbestaan.
5.De beslissing
donderdag 28 september 2017 te 09.00 uurteneinde [pachter] in de gelegenheid te stellen zich bij akte uit te laten over hetgeen hierboven onder 4.5 en 4.6. is overwogen;