Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
-(per mail d.d. 1/4/14) ziekteverzuimcijfers (DOC-011, "ziekteverzuim concessies vergelijk mrt 2014.xls"; "ziekteverzuim mrt 2014 per concessie en stalling.xls");
Inleiding.
De formele voorvragen ten aanzien van de feiten 1 en 3.
artikel 273 lid 1, sub 1 Sr., Schending bedrijfsgeheimen/geheimhoudingsbeding”met pleegdatum “
tussen woensdag 30 april te 07:00 uur en donderdag 30 april 2015, te 07:00 uur” [11] . Het stuk vermeldt [aangeefster] als aangeefster en bevat de zin ”
Ik doe klacht en wens dat er strafvervolging wordt ingesteld”.Het stuk vermeldt tevens:
“Deze klacht werd door mij, verbalisant, in opdracht van de inspecteur van Politie Limburg, [ambtenaar 2] , hulpofficier van Justitie, opgenomen en door hem mee-ondertekend”waarbij de handtekening van [ambtenaar 2] is geplaatst. Dit tweede “proces-verbaal aangifte” heeft als opmaakdatum 11 juni 2015 en is ondertekend door opsporingsambtenaar [ambtenaar 1] .
) ken ik. Dit is een proces-verbaal met betrekking tot een klacht. Ik heb dit proces-verbaal opgesteld. Dit is hetzelfde proces-verbaal. Na doorlezing van mijn meerdere bleek dat het een klacht moest zijn. Dit document is een aanpassing op het eerste document. Ik heb de aangifte opgenomen.
Vrijspraak.
een jaarlijkse Kpvv dag Collectief vervoer 6.0” en daaraan toevoegt: “
Het lijkt mij goed dat ook jij daar naar toe gaat”. [persoon 9] heeft dat nog toegelicht met de opmerking dat hij toen wilde dat [bedrijf 1] daar met zoveel mogelijk mensen vertegenwoordigd was [32] . Bovendien legde [verdachte] aan [persoon 9] verantwoording af voor de door hem aan de diverse opdrachten bestede uren.