Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.Het procesverloop
2.De feiten
Arbeidsmogelijkheden
Arbeidsmogelijkheden
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de werkgever, Feenstra Verwarming B.V., een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de werknemer, die sinds 1997 in dienst is. De werkgever baseert het verzoek op verwijtbaar handelen van de werknemer en een verstoorde arbeidsrelatie. De werknemer heeft zich op 7 september 2017 ziek gemeld en er zijn verschillende rapportages van de bedrijfsarts over zijn arbeids(on)geschiktheid. De werkgever stelt dat de werknemer op 25 september 2017 zijn leidinggevende heeft bedreigd en beledigd, wat volgens de werkgever onacceptabel gedrag is. De werknemer voert aan dat zijn gedrag voortkomt uit zijn medische beperkingen en dat hij gediscrimineerd wordt door de werkgever.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemer niet volledig arbeidsgeschikt is, maar dat het opzegverbod niet in de weg staat aan ontbinding, omdat het verzoek van de werkgever niet verband houdt met de fysieke ziekte van de werknemer. De rechter oordeelt dat het gedrag van de werknemer, hoewel problematisch, niet voldoende grond biedt voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter wijst het verzoek van de werkgever af en stelt dat mediation gericht op voortzetting van het dienstverband mogelijk is. De proceskosten worden aan de werkgever opgelegd, omdat zij ongelijk krijgt.