Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 oktober 2017;
- de brief van 12 oktober 2017 van mr. Linders met producties 1 tot en met 9;
- de brief van 30 oktober 2017 van mr. Van den Bogaard met producties 1 tot en met 15;
- de brief van 1 november 2017 van mr. Van den Boogaard met productie 16;
- de mondelinge behandeling van 6 november 2017 te 9.30 uur;
- de pleitnota van mr. Linders namens [eiser] ;
- de pleitnota van mr. Van den Bogaard namens Smetjet.
2.De feiten
De toedracht van het ongeval is blootstelling aan een gevaarlijke stof.
De oorzaken hiervan zijn:
- Ernstige vervuiling van de filters aan de binnenzijde.
- Het bij een lichte trilling vrij kunnen komen van deze vervuiling.
- Gebruik van verkeerd, tevens anders dan voorgeschreven, PBM.
- Onvoldoende toezicht door de werkgever Smetjet op het gebruik van de juiste PBM’s.
Zover binnen dit onderzoek is na te gaan zijn er geen fouten gemaakt bij het toelaten van de werkzaamheden. Wel zijn er fouten gemaakt bij de uitvoering van de werkzaamheden (gebruik van verkeerde, niet voorgeschreven PBM’s).
De mangatwacht heeft ten tijde van het ongeval geen fouten gemaakt zover dat nu nog te beoordelen is.
3.Het geschil
- In de door de kantonrechter te Eindhoven op 30 september 2014 gewezen beschikking, is reeds de onbevoegdheid van de Nederlandse rechter vastgesteld. Nu deze beschikking in kracht van gewijsde is gegaan, dient de voorzieningenrechter zich daaraan te conformeren en zich onbevoegd te verklaren.
- De voorzieningenrechter is onbevoegd op basis van de aard van de vordering, omdat deze arbeidsrechtelijk is en daarmee voor de Belgische rechter naar Belgisch recht dient te worden behandeld, alsmede vanwege de complexiteit en inhoudelijkheid van de zaak die zich niet lenen voor behandeling in kort geding.
- Er is sprake van een hoog restitutierisico.
- Er is geen sprake van een spoedeisend belang nu er reeds lange tijd verstreken is tussen het moment dat het ongeval heeft voorgedaan en heden.
- Dat Smetjet haar zorgplicht zou hebben verzaakt, blijkt onvoldoende.
- Op basis van de medische stukken kan niet worden aangenomen dat de gezondheidsklachten die [eiser] ervaart (allen) in causaal verband staan tot het arbeidsongeval én dat het arbeidsongeval onverkort aan Smetjet dient te worden toegerekend.
- De omvang van de gestelde schadepost c.s. het voorschot daarop heeft [eiser] onvoldoende onderbouwd.
4.De beoordeling
Rechtsmacht
816,00