Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.[gedaagde sub 1] ,
3.[eiseres na tussenkomst in reconventie]
1.De procedure
- het tussenvonnis van 28 december 2016
- het proces-verbaal van comparitie van 13 april 2017.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
- met de particuliere eigenaren van vier comfortships had De Koeweide eind 2014 overeenkomsten gesloten waarin De Koeweide het recht kreeg de comfortships van hen (terug) te kopen en waarin ook was bepaald dat deze overeenkomsten niet zouden worden ontbonden bij het verloren gaan van de comfortships. De verzekeringsuitkering zou in dat geval aan De Koeweide toekomen. Bij brand zouden de verzekeringspenningen dus ten goede komen aan (de vennootschappen van) [gedaagde sub 1] ;
- zes comfortships waren eigendom van Transacta Mierlo BV en [naam vennootschap] , twee vennootschappen van [eiseres na tussenkomst in reconventie] (de echtgenote van [gedaagde sub 1] ) die feitelijk door [gedaagde sub 1] werden bestuurd: deze zes comfortships waren bij verzekeringsmaatschappij Amlin tegen nieuwwaarde verzekerd, inclusief inboedel. (Overigens heeft Amlin niet aan de vennootschappen van [eiseres na tussenkomst in reconventie] uitgekeerd omdat de brandschade is veroorzaakt door brandstichting van hun feitelijk bestuurder [gedaagde sub 1] );
- de twee woonarken, die eigendom waren van [naam eigenaar woonarken] , waren door De Koeweide bij Delta Lloyd verzekerd en met de verzekeringsuitkering zou de koopprijs van de woonarken aan [naam eigenaar woonarken] kunnen worden voldaan om daarmee te voorkomen dat [naam eigenaar woonarken] op grond van afspraken die eerder met De Koeweide waren gemaakt twee waterkavels in ondererfpacht zou verkrijgen en de woonarken aan een ander zou verkopen. [naam eigenaar woonarken] is inmiddels failliet en de curator heeft bij benadering € 400.000,- van De Koeweide ontvangen (gedeeltelijke betaling van de twee woonarken). Het restant van de verzekeringsuitkering zou door [gedaagde sub 1] zijn overgeboekt naar zijn privé bankrekening.
‘Hahahaha Das ene goeie mop … Gr..’, wat suggereert dat [naam] refereert aan het feit dat het plan om brand te stichten was gelukt.
‘Ik ben op het veilige adres’. Dit duidt er op dat [eiseres na tussenkomst in reconventie] op de hoogte was van het plan van [gedaagde sub 1] om brand te gaan stichten. [eiseres na tussenkomst in reconventie] stuurde de ochtend na de brand om 7.47 uur het bericht aan [gedaagde sub 1] :
“Staat nu toch het gebouw in brand???”, wat er op duidt dat hoewel [gedaagde sub 1] en zij hadden besproken dat alleen de woonschepen in vlammen zouden moeten opgaan, [eiseres na tussenkomst in reconventie] bang was dat het kantoor en het restaurant toch vlam hadden gevat.
‘En alleen geweest haha’
‘Nee’
‘Raar dan’
Ezel Als je opgelet het weet je wat er aan de hand is.. Ik heb het je
‘(…) ik ben mijn eigen oorzaak … onschuldig of schuldig. Gelukkig is er iemand binnengekomen die ik heel goed ken… zit in dezelfde situatie als ik nu. “schaak”, maar nog niet mat! Ik moet voor een ding oppassen nu… dat ik niet te veel ga nadenken! (…) verbande alle schepen en bouw met wat je het; nieuwe … probleem is; moet ik verder bouwen, of de4 fik er weer in! Ik hoop dat je die dubbelzinnigheid begrijpt liefje…’
- Met de particuliere eigenaren van vier comfortships heeft De Koeweide koopoptie overeenkomsten gesloten omdat de focus van De Koeweide door de crisis was verlegd van particuliere investeerders naar grote investeerders die hele steigers met woonschepen zouden aankopen en er dan geen individuele eigenaren bij wilden hebben. Bovendien hadden deze particuliere eigenaren waterkavels in ondererfpacht die niet aan de kop van de steiger lagen, zoals vereist door de gemeente. De Koeweide heeft niet de mogelijkheid om deze eigenaren van de verbrande woonschepen te bewegen te herinvesteren in nieuwe comfortships of woonarken.
- Transacta Mierlo BV en [naam vennootschap] ontvingen een vaste huurprijs voor hun zes comfortships en waren tevreden met het rendement. Door de brand moeten zij ongewild nieuwe beleggingsobjecten zoeken. [gedaagde sub 1] werkt voor deze vennootschappen, die eigendom zijn van zijn echtgenote, schoonbroer en schoonmoeder, maar is geen feitelijk bestuurder. Dit volgt ook uit een brief van de accountant van deze vennootschappen (prod.11 van [gedaagden conventie/eisers reconventie sub 1 en 2] ). Verzekeringsuitkeringen aan deze vennootschappen zouden ook niet terechtkomen bij [gedaagde sub 1] .
- De Koeweide had de verzekeringspenningen van Delta Lloyd niet nodig om de prijs voor de twee woonarken aan [naam eigenaar woonarken] te betalen: De Koeweide had al een aanbetaling gedaan en hoefde (het restant van) de koopsom niet aan [naam eigenaar woonarken] te betalen op grond van de afspraken met [naam eigenaar woonarken] (bij niet betaling van de koopsom zou [naam eigenaar woonarken] twee waterkavels in onderpacht krijgen waar de woonarken dan konden blijven liggen en konden worden verhuurd, waardoor de woonarken als showmodel van [naam eigenaar woonarken] konden fungeren) maar ook omdat de woonarken reeds (voorwaardelijk) waren doorverkocht aan [naam vennootschap] (omdat [naam eigenaar woonarken] korting aanbood op de koopsom indien De Koeweide vervroegd, te weten uiterlijk in januari 2015, zou besluiten tot aankoop). De verzekeringsuitkering die Delta Lloyd heeft betaald heeft De Koeweide aan de curator van [naam eigenaar woonarken] betaald (minus de aanbetaling). De Koeweide had dus geen eigen belang bij die uitkering. Er is geen uitkeringsgeld overgeboekt naar een privé bankrekening van [gedaagde sub 1] .
‘Tevens bleek dat de telefoon van [gedaagde sub 1] op 15 januari 2015 te 19.20 uur een zendmast te [plaats] aanstraalde, welke zich bevond onder bereik van de woning van [naam] .’Uit het politiedossier is bekend dat [naam] die ochtend en dag bij [naam 5] werkte. Met het rare sms-bericht van [naam] ,
‘hahahaha Das ene goeie mop.. Gr..’heeft [gedaagde sub 1] niets te maken. Wellicht zag [naam] de brand op de televisie en was dit zijn manier om zich daarover uit te drukken.
‘Ik ben op het veilige adres’door [eiseres na tussenkomst in reconventie] niet gestuurd in de nacht van de brand, maar in de nacht voorafgaand aan de brand, toen zij na een feest op de manege bij een vriendin bleef slapen. Dat [eiseres na tussenkomst in reconventie] zich in een sms-bericht afvroeg of het centrumgebouw niet ook in brand was, had te maken met het feit dat [naam vennootschap] eigenaar was van dit gebouw, en dat de brand live op televisie te zien was en [eiseres na tussenkomst in reconventie] vreesde dat de brand was overgeslagen.
(i)) [naam] zocht in 2014 regelmatig contact met [gedaagde sub 1] omdat hij nog maar kort uit de gevangenis was. Dit waren gewone contacten. [naam] en [gedaagde sub 1] kenden elkaar al tientallen jaren. Ten onrechte haalt Delta Lloyd communicatie van [gedaagde sub 1] en [naam] door elkaar met communicatie tussen [naam] en anderen, zoals [naam 2] en [naam 4] die [gedaagde sub 1] niet kent. De communicatie tussen [naam] en [gedaagde sub 1] heeft geen inhoud die duidt op brandstichting.
thuis gekomen rond etenstijd (rond 18.30 uur) daarna is hij weer vertrokken naar het kantoor van Recreatiepark Slot Cranendonck omstreeks 19.30/20.00 uur. Toen ik later op de avond naar bed wilde gaan (rond 22.00/22.30 uur) hoorde ik de toegangspoort die onze oprit afsluit dicht gaan (…). Hierop ben ik naar buiten gelopen en zag vervolgens de garagedeur openstaan. Toen ik naar de garage liep zag ik mijn man en een man die ik ken als [naam aannemer] in de garage. Ik heb die laatste kort begroet en mijn echtgenoot meegedeeld dat ik naar bed ging. Enige tijd later (was nog TV aan het kijken) is mijn man naar bed gekomen, dat zal zijn geweest rond de klok van 24.00 uur, of iets eerder. Ben in deze nacht (gebeurt eigenlijk elke nacht) twee maal op geweest om naar het toilet te gaan en vooraf ook nog eens wakker geworden rond 01.30 uur van de TV die nog aan stond. Omstreeks 05.45 uur werden wij wakker gebeld (hoorde achteraf dat dit [naam 10] was ) met de melding van de brand te Wessem. Hierop is mijn man vlug opgestaan en vertrokken richting Wessem. Ik kan deze avond en nacht goed in mijn herinnering terug halen, mede door de gebeurtenissen van 15 januari, en door het telefoontje die ochtend omstreeks 05.45 uur, en ook door de aanwezigheid van de heer [naam aannemer] die avond, omdat mijn man nauwelijks mensen thuis ontvangt of meeneemt. Kan dan ook verklaren dat mijn echtgenoot vanaf 22.30 uur niet meer afwezig is geweest en de gehele nacht bij mij in onze slaapkamer aanwezig was.(…)”
“ik ben op het veilige adres” is blijkens het proces-verbaal van verdenking van 8 december 2015 verzonden op 14 januari 2015 om 0.39 uur. Anders dan Delta Lloyd aanneemt is dit berichtje dus niet verstuurd in de nacht van de brand (de nacht van 14 op 15 januari 2015) maar in de nacht daarvoor (de nacht van 13 op 14 januari 2015). Er is geen reden om aan te nemen dat dit opmerkelijke berichtje verband hield met de brandstichting.
“staat nu toch het gebouw in brand???”vormt vanwege het gebruik van het woordje “toch” een aanwijzing dat [eiseres na tussenkomst in reconventie] mogelijk vooraf met [gedaagde sub 1] had gesproken over de brandstichting en dat daarbij was besproken dat alleen de woonschepen en niet de gebouwen zouden moeten afbranden. Maar het is ook mogelijk dat [eiseres na tussenkomst in reconventie] het woordje “toch” gebruikte bijvoorbeeld omdat zij eerder die ochtend had gehoord dat alleen woonschepen in brand stonden en niet het gebouw. Het berichtje bewijst dan ook niet dat [eiseres na tussenkomst in reconventie] vooraf wist dat door of in opdracht van [gedaagde sub 1] brandstichting zou gaan plaatsvinden.
5.De beslissing
8 november 2017voor uitlating door Delta Lloyd of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden november 2017 tot en met januari 2018 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,