Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Uitspraak van de meervoudige kamer van 7 februari 2017 in de zaak tussen
[eisers] , te [vestigingsplaats] , en
[persoon 3], te [woonplaats 2] , vergunninghouder,
Rechtbank Oost-Brabant
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, gedateerd 7 februari 2017, wordt de zaak behandeld tussen eisers, [persoon 1] en [persoon 2], en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven. De eisers hebben beroep ingesteld tegen de verleende omgevingsvergunning voor het bouwen van een winkel met appartementen aan de [adres 1] te [woonplaats 1]. De rechtbank oordeelt dat de toepassing van beleidsregels met betrekking tot daglichttoetreding een zelfstandige toetsing vereist. De rechtbank verwijst naar eerdere jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin is vastgesteld dat omstandigheden die bij het opstellen van een beleidsregel zijn verdisconteerd niet automatisch buiten beschouwing kunnen worden gelaten. De rechtbank concludeert dat het bestuursorgaan alle relevante omstandigheden van het geval moet betrekken in zijn beoordeling, met inachtneming van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).