Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
[bedrijf 1] B.V. op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van de maand oktober 2012 tot en met de maand februari 2015 te [plaats] in de gemeente [naam gemeente] en/of (elders) in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, (telkens) opzettelijk, in strijd met het krachtens art. 2 en 3 van de Sanctiewet 1977 vastgestelde verbod van art. 1 lid 1 van de Sanctieregeling Iran 2012 juncto art. 23, lid 3 van Verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 961/2010, (telkens) opzettelijk -zakelijk weergegeven- een of meer uitvoerzending(en), (waaronder) zeven, althans een of meer uitvoerzending(en), voorzien van de/het ordernummer(s) 207.378.045 en/of 207.498 en/of 207.470D en/of 207.378.044 en/of 207.470H5 en/of 207.470H3 en/of 207.470I (zaken 9.1 t/m 9.3 en 10.1 t/m 120.4), welke uitvoerzending(en) (telkens) bestond(en) uit economische middelen, (telkens) direct of indirect ter beschikking heeft gesteld aan en/of ten behoeve van een in de bijlage IX bij voornoemde Verordening genoemde rechtspersoon, entiteit of lichaam, te weten [bedrijf 2] , hebbende hij, verdachte, (telkens) opdracht gegeven tot die/dat feit(en) en/of feitelijke leiding gegeven aan die verboden gedraging(en);
[bedrijf 1] B.V., verder te noemen 'de B.V.', op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode vanaf de maand oktober 2012 tot en met de maand september 2015 te [plaats] in de gemeente [naam gemeente] , althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleeen, (telkens) opzettelijk (een deel van) de (bedrijfs-)administratie van de B.V., zijnde (dat deel van) die (bedrijfs-)administratie voornoemd (telkens) (een) (samenstel van) geschrift(en) dat/die bestemd is/zijn om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft opgemaakt, althans heeft vervalst, hebbende de B.V. en/of (een of meer van) haar mededader(s) toen daar (telkens) opzettelijk valselijk en/of in strijd met de waarheid -zakelijk weergeven- in (dat deel van) die (bedrijfs-)administratie voornoemd opgenomen en/of verwerkt, althans doen of laten opnemen en/of verwerken:
De formele voorvragen.
Bewijs
- relaas van verbalisant [verbalisant] d.d. 6 januari 2016 (AH-02, p. 59, 62 en 63);
- relaas van verbalisant [verbalisant] d.d. 6 januari 2016 (AH-03, p. 67 en 68);
- relaas van verbalisant [verbalisant] d.d. 7 januari 2016 (AH-04, p. 69 en 70);
- relaas van verbalisant [verbalisant] d.d. 12 januari 2016 (AH-06, p. 76 t/m 78);
- relaas van verbalisant [verbalisant] d.d. 13 januari 2016 (AH-07, p. 79 en 80);
- relaas van verbalisant [verbalisant] d.d. 14 januari 2016 (AH-09, p. 82, 83, 86 en 87);
- relaas van verbalisanten [verbalisant] en Ramakers d.d. 18 januari 2016 (AH-10, p. 89);
- relaas van verbalisant [verbalisant] d.d. 2 februari 2016 (AH-12, p. 93 t/m 95);
- relaas van verbalisant [verbalisant] d.d. 1 maart 2016 (AH-17, p. 153 t/m 160);
- relaas van verbalisant [verbalisant] d.d. 3 maart 2016 (AH-18, p. 173 t/m 181);
- relaas van verbalisant [verbalisant] d.d. 7 maart 2016 (AH-19, p. 199 t/m 202);
- relaas van verbalisant [verbalisant] d.d. 9 maart 2016 (AH-20, p. 216 t/m 220);
- relaas van verbalisant [verbalisant] d.d. 30 maart 2016 (AH-21, p. 226 en 228 t/m 231);
- relaas van verbalisant [verbalisant] d.d. 13 april 2016 (AH-22, p. 244 t/m 250);
- relaas van verbalisant [verbalisant] d.d. 18 april 2016 (AH-23, p. 259 t/m 263);
- relaas van verbalisant [verbalisant] d.d. 21 april 2016 (AH-26, p. 270, 277, 278, 280 en 281);
- relaas van verbalisant [verbalisant] d.d. 31 mei 2016 (AH-32, p. 374 t/m 377);
- relaas van verbalisant [verbalisant] d.d. 14 juni 2016 (AH-33, p. 379, 386 t/m 394 en 399 t/m 403);
- verklaring van verdachte d.d. 11 juli 2016 (V-02, p. 417 en 423);
- e-mailberichten beginnend Friday, December 07, 2012 7:53 AM en eindigend maandag 10 december 2012 15:11 (D-66, p. 794 t/m 797) en
- e-mailberichten beginnend vrijdag 9 januari 2015 6:17 en eindigend dinsdag 3 februari 2015 15:39 (D-145, p. 1032 en 1033).
[bedrijf 2]met ingang van 16 oktober 2012 wordt toegevoegd aan de lijst in bijlage IX bij Verordening (EU) nr. 267/2012.
[bedrijf 2]uit voornoemde lijst wordt geschrapt.
- [betrokkene 1] en verdachte hebben steeds namens en ten behoeve van [bedrijf 1] B.V. gehandeld;
- de uitvoerzendingen betroffen normale bedrijfshandelingen voor [bedrijf 1] B.V. en zijn derhalve in de normale sfeer van de rechtspersoon uitgevoerd;
- gelet op de lange duur van de periode waarin de uitvoerzendingen hebben plaatsgevonden en de wetenschap en betrokkenheid van verdachte - directeur van [bedrijf 1] B.V. - bij de uitvoerzendingen, kan worden aangenomen dat de handelingen ook door de rechtspersoon zijn aanvaard.
- [betrokkene 1] en verdachte hebben steeds namens en ten behoeve van [bedrijf 1] B.V. gehandeld;
- hun gedragingen houden verband met de financiële en logistieke afwikkeling van tot de normale bedrijfshandelingen van [bedrijf 1] B.V. behorende uitvoerzendingen;
- het zorgdragen voor de financiële en logistieke afwikkeling van de uitvoerzendingen behoort tot de normale taak van [betrokkene 1] en verdachte;
- gelet op de lange duur van de periode waarin de (pro forma) invoices zijn opgemaakt en de wetenschap en betrokkenheid van verdachte - directeur van [bedrijf 1] B.V. - bij de (pro forma) invoices, kan worden aangenomen dat de handelingen ook door de rechtspersoon zijn aanvaard.
De bewezenverklaring.
[bedrijf 1] B.V. op tijdstippen in de periode van 16 oktober 2012 tot en met de maand februari 2015 te [plaats] in de gemeente [naam gemeente] en/of elders in Nederland, telkens opzettelijk, in strijd met het krachtens art. 2 en 3 van de Sanctiewet 1977 vastgestelde verbod van art. 1 lid 1 van de Sanctieregeling Iran 2012 juncto art. 23, lid 3 van Verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 961/2010, telkens opzettelijk - zakelijk weergegeven - zeven uitvoerzendingen, voorzien van de ordernummers 207.378.045 en 207.498 en 207.470D en 207.378.044 en 207.470H5 en 207.470H3 en 207.470I, welke uitvoerzendingen telkens bestonden uit economische middelen, telkens indirect ter beschikking heeft gesteld aan een in de bijlage IX bij voornoemde Verordening genoemde entiteit, te weten [bedrijf 2] , hebbende hij, verdachte, telkens feitelijke leiding gegeven aan die verboden gedragingen;
[bedrijf 1] B.V., verder te noemen 'de B.V.', op tijdstippen in de periode vanaf de maand oktober 2012 tot en met de maand september 2015 te [plaats] in de gemeente [naam gemeente] , telkens opzettelijk een deel van de bedrijfsadministratie van de B.V., zijnde dat deel van die bedrijfsadministratie voornoemd telkens een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, telkens valselijk heeft opgemaakt, hebbende de B.V. toen daar telkens opzettelijk valselijk en/of in strijd met de waarheid -zakelijk weergeven- in dat deel van die bedrijfsadministratie voornoemd opgenomen en/of verwerkt, althans doen of laten opnemen en/of verwerken:
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
Toepasselijke wetsartikelen.
- de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 51, 57 en 225 van het Wetboek van Strafrecht;
- de artikelen 1, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten;
- de artikelen 2 en 3 van de Sanctiewet 1977;
- artikel 1 van de Sanctieregeling Iran 2012 en
- artikel 23 van Verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van de Europese Unie van 23 maart 2012 in verbinding met bijlage IX van die verordening.