ECLI:NL:RBOBR:2017:4311

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
15 augustus 2017
Publicatiedatum
15 augustus 2017
Zaaknummer
17/1949
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • M.H. Dworakowski - Kelders
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening sluiting café wegens illegaal gokken en overtreding sluitingsuur

Op 15 augustus 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de sluiting van café De Zwarte Zee in Eindhoven. De burgemeester had op 29 juni 2017 besloten het café voor twee maanden te sluiten vanwege ernstige verstoringen van de openbare orde, veroorzaakt door illegaal gokken en overtredingen van het sluitingsuur. Verzoeker, de eigenaar van het café, had bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 1 augustus 2017 heeft verzoeker betwist dat er illegaal gegokt werd en dat het sluitingsuur was overtreden. Hij stelde dat er enkel spelletjes zonder geldelijk belang werden gespeeld en dat de sluiting ernstige financiële gevolgen voor zijn onderneming zou hebben.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester op basis van een ambtseed opgemaakte rapportage van de politie voldoende redenen had om tot sluiting over te gaan. De rapportage vermeldde dat er op 15 maart 2017 om 03.35 uur nog 28 klanten in het café aanwezig waren, waarvan vijf aan een pokertafel zaten met fiches die overeenkwamen met eurobedragen. De rechter concludeerde dat de burgemeester zich op het standpunt had kunnen stellen dat er sprake was van illegaal gokken en dat de openbare orde ernstig was verstoord. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de burgemeester in redelijkheid had kunnen besluiten tot sluiting van het café voor een periode van twee maanden. De uitspraak benadrukte dat de belangen van de openbare orde zwaarder wogen dan de financiële gevolgen voor de verzoeker.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Bestuursrecht
zaaknummer: SHE 17/1949
uitspraak van de voorzieningenrechter van 15 augustus 2017 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen
[verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker
(gemachtigde: mr. P.J.A. van de Laar),
en
de burgemeester van de gemeente Eindhoven, de burgemeester
(gemachtigde: mr. R. Hermans en mr. M.L.M. Lammerschop).

Procesverloop

Bij besluit van 29 juni 2017 (het primaire besluit) heeft de burgemeester de sluiting bevolen van café De Zwarte Zee aan de Boschdijk 229 in Eindhoven voor de duur van twee maanden.
Verzoeker heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De burgemeester heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 augustus 2017. Verzoeker heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M.J. van de Laar, kantoorgenoot van zijn gemachtigde. De burgemeester heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.

Overwegingen

1. Verzoeker heeft een café in de vorm van een eenmanszaak. Het café heet Café De Zwarte Zee (hierna het café). Aan verzoeker is op 3 februari 2016 een vergunning verleend als bedoeld in artikel 3 van de Drank en Horecawet (DHW) en een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de Kansspelen en titel V onder a van het Speelautomatenbesluit.
2. De burgemeester heeft zijn besluit tot sluiting van het café gebaseerd op een op ambtseed opgemaakte bestuurlijke rapportage van de politie Oost-Brabant (de politie), gedateerd 28 april 2017. In die rapportage staat onder meer het volgende:
“(…)
Feiten en omstandigheden
Op 15 maart 2017 omstreeks 3.35 uur is de politie een opsporingsonderzoek gestart in café De Zwarte Zee. (…)
Achter in het café stond een pokertafel en aan die tafel zaten diverse cafébezoekers.
Deze personen hadden verschillende soorten fiches voor zich op tafel liggen.
Op een snoepkast in het café stond een bak met daarin verschillende fiches met daarop vermeld geldbedragen.
Op dat moment waren in het café nog 28 bezoekers aanwezig. Hun identiteit is mij bekend. Buiten de horecalokaliteit doch in dit pand werden op de 1e verdieping naast het toilet zogenaamde wedbonnen aangetroffen. Ambtshalve is bekend dat deze bonnen worden verstrekt bij het gokken op sportwedstrijden.
In het café werd onder de toiletpot een geldbedrag aangetroffen van 22980 euro.
Drie cafébezoekers bleken in het bezit van een grote som geld.
Achtereenvolgens ging het hier om de volgende bedragen; 12060 euro, 5211 euro en 8715 euro. (…)
In totaal vertegenwoordigde alle fiches op tafel een waarde van 32750 euro.
Midden op de tafel lagen fiches die een waarde vertegenwoordigde van 2460 euro.
Vermoedelijk waren deze fiches de inzetten van de speelronde die gaande was op het moment dat de politie binnentrad. Op dat moment bevonden er zich 5 cafébezoekers als speler aan die speeltafel.
Meerdere cafébezoekers bleken in het bezit van fiches en/of wedbonnen.
Van een (wed)bon en de aangetroffen speeltafel is een fotografische opname bij deze bestuurlijke rapportage gevoegd.
Op de (wed)bon staat: “XLive”
Uit een eerder door de Kansspelautoriteit opgesteld proces-verbaal van bevindingen de dato 18 oktober 2016 (…) blijkt dat het programma XLive (Sports) afkomstig is van het softwareprogramma CBC-X. Dit is een programma waarmee weddenschappen op sportwedstrijden kunnen worden afgesloten.
Verder heeft de politie een aanvullend op ambtseed opgemaakte bestuurlijke rapportage, gedateerd op 16 mei 2017, aan de burgemeester verstrekt. In die rapportage is onder andere het volgende opgenomen:
“(…)
Uit justitiële documentatie betreffende [verzoeker] blijkt dat hij eerder met justitie in aanraking kwam. Op 1 december 2015 werd hem door de Officier van Justitie een geldboete opgelegd van 1000,00 euro wegens overtreding van de Wet op de Kansspelen. Het gepleegde feit vond plaats op 11 december 2014. Op die datum was hij als verdachte betrokken bij het geven van gelegenheid tot het beoefenen van een illegaal kansspel, te weten het gokken op voetbalwedstrijden, in zijn café aan de Boschdijk 229 te Eindhoven.
(…)
De aangehouden verdachte uit ’s-Gravenhage heeft onder andere verklaard dat hij vanaf 02.00 uur in het café was met vrienden uit ’s-Gravenhage;
dat hij had gehoord dat daar gekaart kon worden; dat hij zag dat er personen rondom een tafel zaten en met fiches aan het spelen waren; dat hij niet aan een tafel had meegespeeld maar dat hij gegokt had op een voetbalwedstrijd.
De aangehouden verdachte uit Eindhoven heeft onder andere verklaard, te weten dat achter in het café gegokt wordt.
In de politiesystemen is te zien dat er afgelopen jaar meerdere mutaties zijn gemaakt door verbalisanten waarin ze vermelden gezien en of gehoord te hebben dat er ver na sluitingstijd nog personen het café verlaten terwijl de rolluiken gesloten zijn.
Ook worden er dan met regelmaat nog stemmen gehoord vanuit het café en staan er vaak dure auto’s met zowel Nederlandse als Duitse en Belgische kentekens geparkeerd bij het café tot diep in de nacht.
(…)”.
3. In het bestreden besluit heeft de burgemeester bevolen dat het café aan de Boschdijk 229 in Eindhoven voor twee maanden wordt gesloten, met ingang van de dag dat de openbare bekendmaking wordt aangebracht. De sluiting is gebaseerd op het hiervoor genoemde in de bestuurlijke rapportages. Volgens de burgemeester is er sprake geweest van overtreding van het sluitingsuur en van illegaal gokken. De in de rapportages vermelde feiten en omstandigheden vormen een ernstige aantasting van de openbare orde en/of het woon- en leefmilieu. De burgemeester stelt dat hij bevoegd is over te gaan tot sluiting als bedoeld in zowel hoofdstuk 12, 13, 14 als hoofdstuk 17 van het beleid neergelegd in het Horecastappenplan 2016 (HSP).
4. Als tegen een besluit bezwaar is gemaakt, kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank op geen enkele wijze in een eventuele bodemprocedure.
5. De voorzieningenrechter acht het belang van verzoeker bij het treffen van de gevraagde voorziening onder de gegeven omstandigheden voldoende spoedeisend.
6. Verzoeker heeft betwist dat er werd gegokt in zijn café. Volgens verzoeker werd slechts een spelletje gespeeld waarbij fiches werden gebruikt. Er was geen sprake van een spel waarmee daadwerkelijk geldbedragen waren gemoeid, zodat niet kan worden gesproken van illegaal gokken. Dit is ook niet verklaard door de personen die aanwezig waren in het café. Verzoeker heeft ook betwist dat het sluitingsuur is overtreden. Hij ging er van uit dat het spelen van spelletjes zonder geldelijk belang tussen vrienden en kennissen ook tussen 02.00 en 08.00 uur was toegestaan. De burgemeester had volgens verzoeker dan ook niet kunnen komen tot een sluiting voor de duur van twee maanden. Subsidiair heeft verzoeker gesteld dat niet alleen op basis van overtreding van het sluitingsuur tot sluiting van het café kon worden overgegaan. Door sluiting zal de goodwill van het café volledig verdwijnen en kan de exploitatievergunning worden ingetrokken. De zware financiële consequentie hiervan staan volgens verzoeker niet in verhouding tot het belang van sluiting.
7. Het juridisch kader is opgenomen in een bijlage bij deze uitspraak en maakt daar onderdeel van uit.
8. Vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) is dat de burgemeester in beginsel van de juistheid van een ambtsedig opgemaakt proces-verbaal uit mag gaan (zie onder meer de uitspraak van de Afdeling van 20 februari 2013, ECLI:NL:RVS:2013:BZ1628). Dat uitgangspunt geldt ook voor de rechter, tenzij de wederpartij tegenbewijs heeft geleverd dat noopt tot afwijking van dit uitgangspunt.
9. De voorzieningenrechter ziet in wat verzoeker heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de bestuurlijke rapportages die ten grondslag liggen aan het bestreden besluit. De politie heeft vastgesteld dat op 15 maart 2017 om 03.35 uur nog 28 klanten in het café aanwezig waren, waarvan 5 bezoekers als spelers aan een tafel zaten. Die spelers waren met fiches aan het kaarten en op die fiches stonden de getallen 10, 20, 50, 100 en 500. De fiches hadden kleuren die overeenkomen met eurobankbiljetten van die bedragen. In totaal lag er € 32.750,– aan fiches op tafel. De spelers hadden voor verschillende bedragen fiches en op een snoepkast in het café stond een bak met fiches waarop geldbedragen stonden. In het café en bij meerdere bezoekers werd bovendien vele duizenden euro’s contant geld en fiches aangetroffen. Verder heeft een van de bezoekers verklaard dat hij had gehoord dat in het café kon worden gekaart, dat er aan een tafel met fiches gespeeld werd en dat hij in het café had gegokt op een voetbalwedstrijd. Een andere bezoeker heeft verklaard dat hij vaak in het café komt en dat er achter in het café gegokt wordt. Gelet op al het vorenstaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat de burgemeester zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat voldoende aannemelijk is dat sprake was van illegaal gokken en overtreding van het sluitingsuur. De burgemeester heeft het niet relevant hoeven achten of de aanwezige groep mensen in het café vrienden of kennissen van verzoeker waren. Het enkele binnen zijn na sluitingstijd is een overtreding die de openbare orde in gevaar brengt. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de burgemeester zich dan ook op grond van de inhoud van de bestuurlijke rapportages op het standpunt kunnen stellen dat sprake is van een ernstige aantasting van de openbare orde en/of het woon- en leefmilieu. Op grond van hoofdstuk 17 van het HSP kan de burgemeester bij cumulatie van overtredingen met een zodanige negatieve invloed op de omgeving dat de openbare orde en/of fysieke leefomgeving in ernstige mate wordt aangetast, direct tot een bestuurlijke maatregel overgegaan en het café sluiten met een duur van maximaal 12 maanden. De burgemeester is daarom bevoegd om over te gaan tot sluiting van het café.
10. De voorzieningenrechter deelt het standpunt van de burgemeester dat door de feiten als hierboven vastgesteld de openbare orde zeer ernstig is verstoord en het woon- en leefklimaat zeer ernstig is aangetast. De omstandigheid dat verzoeker van de sluiting nadelige financiële gevolgen ondervindt heeft de burgemeester minder van belang kunnen achten dan de belangen die zijn gemoeid met de handhaving van de wettelijke voorschriften, van bescherming van de openbare orde en veiligheid en van voorkoming van nadelige beïnvloeding van het woon- en leefklimaat. Daarbij wordt opgemerkt dat verzoeker op geen enkele wijze de financiële gevolgen voor hem heeft onderbouwd. Bovendien heeft de burgemeester in dit geval gekozen heeft voor een sluitingsduur van beperkte omvang. Dat de burgemeester in het bestreden besluit heeft vermeld dat hij op grond van de APV en de DHW de exploitatievergunning kan intrekken, maakt dit niet anders. Ter zitting hebben de gemachtigden van de burgemeester voldoende toegelicht dat de burgemeester deze overweging heeft opgenomen om verzoeker op de mogelijke toekomstige consequenties te wijzen.
11. Gezien het voorgaande heeft de burgemeester naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter in redelijkheid kunnen besluiten tot sluiting van het café voor een periode van twee maanden. Er is daarom geen aanleiding de voorlopige voorziening te treffen.
12. Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.H. Dworakowski - Kelders, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.E. van Langen-Wouda, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 15 augustus 2017.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Bijlage

Op grond van artikel 2:27 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Eindhoven 2016 (APV) valt een café onder het begrip openbare inrichting.
Op grond van artikel 2:29 van de APV is het verboden een openbare inrichting geopend te hebben of bezoekers in de inrichting te laten verblijven tussen 02.00 uur en 08.00 uur.
Ingevolge artikel 2:40a van de APV kan de burgemeester in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid, of in geval van bijzondere omstandigheden, te zijner beoordeling, voor één of meer openbare inrichtingen tijdelijke sluiting bevelen of bevelen dat daar tijdelijk bepaalde sluitingsuren gelden of dat daar te zijner beoordeling ter bescherming van die belangen of in verband met die bijzondere omstandigheden genoegzame maatregelen worden getroffen.
Voor de uitoefening van voormelde bevoegdheid heeft de burgemeester beleid vastgesteld en gepubliceerd, te weten het HSP. Dit beleid, neergelegd in het HSP, dient enerzijds als leidraad voor handhavingsfunctionarissen en anderzijds biedt het voor ondernemers inzicht in onder meer het bestuurlijk optreden.
In hoofdstuk 12 van het HSP is beschreven welke stappen worden ondernomen bij overtreding van het sluitingsuur. Als het sluitingsuur wordt overtreden, gelden de volgende stappen:
Stap 1: waarschuwing.
Stap 2: sluiting voor 2 weken.
Stap 3: sluiting voor 3 maanden en overwegen of de drank- en horecavergunning of
exploitatievergunning kan dan wel moet worden ingetrokken.
Stap 4: sluiting voor 6 maanden en overwegen of de drank- en horecavergunning of
exploitatievergunning kan dan wel moet worden ingetrokken.
Stap 5: sluiting voor 12 maanden en overwegen of de drank- en horecavergunning of
exploitatievergunning kan dan wel moet worden ingetrokken.
In hoofdstuk 13 van het HSP is bepaald dat als de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid wordt verstoord, of in geval van bijzondere omstandigheden, ter beoordeling van het bestuursorgaan, de volgende stappen gelden:
Stap 1: waarschuwing.
Stap 2: sluiting voor minimaal 2 weken en maximaal 3 maanden en overwegen of de
drank- en horecavergunning moet worden ingetrokken.
Stap 3: sluiting voor minimaal 3 maanden en maximaal 6 maanden en overwegen of de
drank- en horecavergunning of exploitatievergunning kan dan wel moet worden
ingetrokken.
Stap 4: sluiting voor minimaal 6 maanden en maximaal 12 maanden en overwegen of de
drank- en horecavergunning of exploitatievergunning kan dan wel moet worden
ingetrokken.
In hoofdstuk 14 van het HSP is bepaald dat indien er sprake is van een ernstig incident en/of ernstige verstoring van de openbare orde dan wel dreigende ernstige verstoring van de openbare orde, door de burgemeester zonder voorafgaande stappen de inrichting kan worden gesloten. De duur van de sluiting van de inrichting is gesteld op maximaal 12 maanden.
Indicatoren op basis waarvan in ieder geval (zonder uitputtend te zijn) een ernstig
incident of een ernstige verstoring van die belangen wordt aangenomen, zijn:
- geweldsdelict waarbij ernstig letsel is opgelopen;
- gebruik van wapens als bedoeld in de Wet wapens en munitie;
- schietincident (zowel met als zonder verwonding);
- steekincident met verwonding;
- hoeveelheid betrokken personen (hoe meer personen, des te eerder is sprake van een
ernstig incident of een ernstige verstoring);
- directe betrokkenheid van personeel;
- indirecte verwijtbare en/of nalatige betrokkenheid van personeel.
In hoofdstuk 17 van het HSP is bepaald dat als sprake is van cumulatie van overtredingen of problemen in een horecabedrijf of ten gevolge van de exploitatie ervan met zodanig negatieve invloed op de omgeving dat de openbare orde en/of het woon- en leefmilieu in ernstige mate wordt aangetast, zonder voorafgaande stap tijdelijk kan worden gesloten en/of worden overwogen of de drank- en horecavergunning of exploitatievergunning kan dan wel moet worden ingetrokken. Cumulatie ziet op de situatie waarbij sprake is van meerdere of meerdere opvolgende overtredingen of problemen, die steeds dezelfde kunnen zijn, maar ook verschillend. De duur van de sluiting – zowel wanneer die van meet af aan voor bepaalde tijd is als wanneer die voor onbepaalde tijd is – is maximaal 12 maanden.