Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 30 januari 2017 in de zaak tussen
de burgemeester van de gemeente Eindhoven,
Procesverloop
Feiten
Beroepsgronden
Standpunt van verweerder
Beoordeling door de rechtbank
nietbegrepen “een gebouw of besloten plaats als bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de Grondwet.” Dat betekent dat de moskee waar de voor het publiek vrij toegankelijke Islamitische conferentie plaatsvond, een “andere dan openbare plaats” is in de zin van de Wom.
doelen. Ten aanzien van de verhouding tussen die bepalingen en het onderhavige wetsvoorstel merken wij het volgende op. Dit voorstel creëert een adequaat en duidelijk stelsel van bevoegdheden voor de regulering van manifestaties in normale omstandigheden. De Wet openbare manifestaties laat echter de mogelijkheid tot toepassing van bedoelde noodbevoegdheden onverlet.”(MvT, p. 10)
artikel 172, derde lid, van de Gemeentewethet volgende overwogen:
is vergeleken bij die in artikel 177, eerste lid, een «lichte» bevelsbevoegdheid. Afgezien van het feit dat het bij artikel 174, derde lid, gaat om beperkte verstoringen van de openbare orde, terwijl artikel 177 betrekking heeft op ernstiger situaties van lokale noodtoestand, geeft artikel 174, derde lid, niet de bevoegdheid om af te wijken van “andere dan bij de Grondwet gestelde voorschriften”. Dit betekent dat de burgemeester bij de toepassing van de bevelsbevoegdheid krachtens artikel 174, derde lid, binnen het kader van de overigens geldende wetgeving zal moeten blijven. Hij mag met andere woorden - evenmin als bij toepassing van de artikelen 177 en 178 - niet afwijken van de Grondwet (en met name niet van de artikelen 6, 7 en 9). Hij mag ook niet afwijken van de formele wet. In dit kader is vooral de Wet openbare manifestaties (Stb. 1988, 157) van belang. […] Het voorgaande komt er op neer dat de burgemeester krachtens artikel 174, derde lid, geen bevelen mag geven die betrekking hebben op openbare manifestaties in de zin van de Wet openbare manifestaties. Godsdienstige samenkomsten, vergaderingen en betogingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties vallen onder de bevoegdheid van de raad en de beschikkings- en bevelsbevoegdheid van de burgemeester krachtens genoemde wet.
artikel 172a van de Gemeentewet(“Voetbalwet”) is wel de wens geuit een bevoegdheidsgrondslag te creëren voor preventief optreden. Toch is onderkend dat de Wom niet kan worden omzeild:
.