ECLI:NL:RBOBR:2017:2659
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Sluiting van een coffeeshop op basis van artikel 13b van de Opiumwet wegens overschrijding van het handelsvoorraadcriterium
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 11 mei 2017 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening van P&P Advies en Management B.V., h.o.d.n. Coffeeshop De Apotheker, tegen de burgemeester van de gemeente Eindhoven. De burgemeester had op 22 maart 2017 besloten om de coffeeshop voor 360 dagen te sluiten, omdat er softdrugs waren aangetroffen in de woning van de eigenaar, die ook leidinggevende van de coffeeshop is. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een directe relatie bestaat tussen de aangetroffen softdrugs en de coffeeshop, waardoor de burgemeester bevoegd was om de sluiting te bevelen. De verzoekster voerde aan dat de softdrugs niet van de coffeeshop waren, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat de aangetroffen drugs bestemd waren voor de coffeeshop en dat de sluiting op basis van artikel 13b van de Opiumwet gerechtvaardigd was. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat er geen onrechtmatig verkregen bewijs was en de burgemeester op basis van de beleidsregels van de gemeente Eindhoven had gehandeld. De uitspraak benadrukt de strikte handhaving van de Opiumwet en de criteria die gelden voor coffeeshops in Nederland.