Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
2.De feiten
allonge) bij de huurovereenkomst. Deze allonge (prod. 9 bij dagv.) houdt een verlenging van de huurtermijn in met één jaar (lopende tot en met 31 december 2016). Voorts worden de hiervoor in 2.4 opgenomen punten nog eens expliciet herhaald in de allonge.
3.Het geschil in de hoofdzaak en in het incident
- de veroordeling van Anteryon om het gehuurde op 31 december 2016 althans binnen twee dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen en met afgifte van de sleutels in lege (behoorlijke) staat ter vrije beschikking van Amvest te stellen op straffe van een dwangsom;
- de veroordeling van Anteryon tot betaling van de contractuele boete ad € 1.000,- voor elke dag dat zij het gehuurde later dan 31 december 2016 heeft ontruimd en aan Amvest heeft opgeleverd;
- te verklaren voor recht dat Anteryon aansprakelijk is voor de door Amvest geleden en nog te lijden schade als gevolg van het feit dat Anteryon het gehuurde later dan 31 december 2016 heeft ontruimd en aan Amvest heeft opgeleverd, zulks nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
- de veroordeling van Anteryon in de proceskosten en in de nakosten.
- het gehuurde op 31 december 2016 althans binnen twee dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen en met afgifte van de sleutels in lege (behoorlijke) staat ter vrije beschikking van Amvest te stellen op straffe van een dwangsom;
- binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis aan Amvest de bankgarantie te hebben gesteld overeenkomstig het bepaalde in de huurovereenkomst op straffe van een dwangsom;
- de veroordeling van Anteryon in de proceskosten en in de nakosten.
clean roomsen infrastructuur voor energievoorzieningen vergt.
"eis in reconventie") ingesteld, strekkende tot veroordeling van Amvest om op grond van artikel 1.6 van de allonge met haar in onderhandeling te treden over een verlenging of vernieuwing van de huurovereenkomst.
4.De beoordeling
voor de duur van het geding, mits de voorlopige voorziening samenhangt met de hoofdvordering (onderstreping kantonrechter). Een voorlopige voorziening verliest haar werking zodra in de hoofdzaak einduitspraak is gedaan in de instantie die de voorziening heeft verleend, ongeacht of tegen die einduitspraak een rechtsmiddel wordt aangewend en ongeacht of die einduitspraak uitvoerbaar bij voorraad is verklaard (HR 6 februari 2009, LJN BG5056, NJ 2010/139).
tien jaarde tijd gehad om (actief) op zoek te gaan naar een ander pand. Uit de eigen stellingen van Anteryon volgt (CvA punt 2.4), dat zij pas vanaf 2013 pogingen heeft ondernomen om een nieuwe geschikte locatie te vinden. Amvest heeft daar echter terecht de kanttekening bij geplaatst, dat Anteryon haar zoektocht slechts heeft kunnen onderbouwen met door haarzelf opgemaakte stukken en/of overzichten. Met Amvest is de kantonrechter daarom van oordeel dat van een tijdige, actieve en met voldoende bewijsstukken gestaafde zoektocht van Anteryon naar een andere geschikte locatie, ook indien de daaraan door Anteryon te stellen bijzondere eisen in aanmerking worden genomen, niet is gebleken.