In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 3 mei 2017 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de Stichting Islamitische Scholen Helmond en Omgeving en een voormalig bestuurder, aangeduid als [gedaagde]. De Stichting vorderde schadevergoeding van [gedaagde] op grond van bestuurdersaansprakelijkheid, omdat zij een bedrag van € 903.160,94 had moeten terugbetalen aan het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) als gevolg van onrechtmatige handelingen van het bestuur. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Stichting pas daadwerkelijk in staat was om een rechtsvordering in te stellen nadat alle voormalige bestuurders waren ontslagen, en dat de verjaringstermijn is aangevangen op 31 januari 2008. De rechtbank oordeelde dat de vordering van de Stichting was verjaard, omdat deze niet tijdig was gestuit. De vordering werd afgewezen en de Stichting werd veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde].